Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 18594]
Dienst/afdeling: JZ
Beoordeling.
1Zie voor de beoordeling van deze zienswijze I.3 onder 2.
2. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze I.3 onder 1
3. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze 1.1 onder 1
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
II. Nieuwe Dorpsrand en Waterakkers.
1. ZLTO namens F.S.W.M. Schoenmakers.
Inhoud zienswijze.
Het bedrijf van appellant is in het bestemmingsplan opgenomen met de bestemming
"Waterhuishoudkundige doeleinden". Dit houdt in dat de woon- en bedrijfsfunctie komt te vervallen.
Aankoop van de gronden en opstallen zou dus aan de orde zijn. Appellant wil echter graag op de
huidige locatie blijven wonen vanwege de unieke situatie. Appellant vraagt zich dan ook af of er geen
mogelijkheid is dat hij ter plaatse blijft wonen en slechts een gedeelte van zijn eigendommen in het
waterplan wordt meegenomen.
Beoordeling.
Er zijn op dit moment geen plannen de bebouwde eigendommen van appellant aan te kopen. Het
bestemmingsplan zal worden aangepast in die zin dat rond de bebouwing een bouwvlak met een
woonbestemming zal worden opgenomen ter handhaving van de bebouwing. De overige gronden
zullen voor zover nodig bij de inrichting van de watermachine worden betrokken.
Conclusie.
Deze zienswijze gegrond te verklaren.
2. Dorpsraad Teteringen.
Inhoud zienswijze.
1Appellant is van mening dat de wettelijke basis ontbreekt voor het vaststellen van het onderhavige
bestemmingsplan Er is immers geen milieueffectrapport opgesteld. Dit is volgens appellant
vanwege de samenhang tussen de diverse plannen voor de uitbreiding van Teteringen wel
noodzakelijk.
2. Er wordt volgens appellant te weinig zicht geboden op de oplossing van de verkeersproblematiek
op de Oosterhoutseweg in samenhang met de geplande woningbouw in Teteringen. Volgens
appellant heeft de gemeenteraad bepaald dat geen opeenvolgende bestemmingsplannen mogen
worden voorgelegd dan nadat de effecten van de getroffen verkeersmaatregelen afdoende zijn
gebleken. Tot op heden is dit onvoldoende onderbouwd. De gepresenteerde
voortgangsrapportages zijn hiervoor volstrekt onvoldoende. Ook bestaat nog geen duidelijkheid
over de termijn van invoering van de diverse maatregelen. Voor wat betreft de onderbouwing van
de effecten van de te nemen maatregelen is dit volstrekt onvoldoende is. Naar hun mening is hier
geen sprake van een onderbouwing maar van een constatering op basis van vooronderstellingen.
Beoordeling.
1Zie voor de beoordeling van deze zienswijze I.3 onder 2.
2. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze I.3 onder 1
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
-6-