Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 17109]
Dienst/afdeling: WOA
Betreft:
Inleiding
Motivering/Toelichting
Voorstel
Agendapuntnummer 17
Aantal bijlagen: -1-
Bijzondere beleidsregels Subsidieverstrekking Sportstimulering 2002
Begin 2001 werd de inspraakversie van de Sportnota Breda 2002 voor inspraak vrijgegeven. Hierin
werd aangekondigd dat het systeem van jeugdledensubsidie (een toe te kennen, min of meer vrij
besteedbare subsidie aan sportverenigingen op basis van het aantal jeugdleden) te vervangen door
het nieuwe subsidiebeleid dat voor de totale welzijnssector was ontwikkeld (activiteitensubsidie) Naar
aanleiding van de inspraakreacties (die als bijlage zijn toegevoegd) op deze nota werd besloten om
het systeem van jeugdledensubsidie met een jaar te verlengen. Aan de raad is toegezegd om in de
eerste maanden van 2002 een aangepast voorstel te doen. Dit voorstel komt aan die toezegging
tegemoet.
1. de bijgevoegde Bijzondere beleidsregels Subsidieverstrekking Sportstimulering 2002 vast te
stellen
2. deze Bijzondere beleidsregels Subsidieverstrekking Sportstimulering in werking te doen treden op
14 februari 2002
3. de verschillende Subsidierichtlijnen Sportbeoefening zoals in het verleden vastgesteld voor de
voormalige gemeenten Breda, Teteringen, Prinsenbeek en Nieuw-Ginneken per 14 februari 2002
in te trekken.
In 2001 is zijn de nieuwe Beleidsregels Subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid
vastgesteld. Daarmee werd voldaan aan de voorwaarde om ook een nieuwe sportnota uit te brengen.
In die nota werd voorgesteld om dit subsidiebeleid ook voor de sportsector te gaan hanteren. Een deel
van de verenigingen (zie bijlage) betoogde dat men de jeugdledensubsidie juist nodig had om de
begroting rond te krijgen. De oude regeling (jeugdledensubsidie) is vervolgens met één jaar verlengd.
In overleg met medewerkers van het sportpunt (aan wie de uitvoering is opgedragen) is vervolgens
een nieuwe regeling ontworpen die, waar mogelijk, aansluit bij de Beleidsregels Subsidieverstrekking
Welzijn en Arbeidsmarktbeleid, maar anderzijds de verenigingen in staat stelt om subsidie te
verkrijgen ter hoogte van de oude jeugdledensubsidie.
De nu voorgestelde regeling:
a. subsidie voor diverse sportactiviteiten (evenementen, huur speciale accommodaties,
sportkennismaking, vrijwilligers, fusiestimulering) blijft onverkort beschikbaar;
b. ook het model van investeringssubsidie (zogenaamde 1/3 regeling) wijzigt niet;
c. voor sportverenigingen is een activiteitensubsidie beschikbaar waarvan de hoogte overeenkomt
met het aantal jeugdleden en minder-valide leden.
Ten aanzien van het laatste betekent dit dat (zoals voor de andere welzijnssectoren)
sportverenigingen voor 1 mei een activiteitenprogramma indienen.
Vervolgens wordt dit activiteitenprogramma beoordeeld op basis van de Beleidsregels
Subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid, waarbij per activiteit een subsidie wordt verstrekt
conform de normsystematiek die ook voor de andere welzijnssectoren geldt.
Het totaal van de per vereniging toe te kennen subsidie is afgeleid van het aantal jeugdleden en
minder-valide leden.
De subsidie wordt vervolgens (door Sportpunt Breda) beschikt voor 1 januari van het begrotingsjaar.
overgangsbepaling
Om verenigingen ruimschoots de tijd te bieden subsidiabele activiteiten te ontwikkelen is een
overgangsartikel (6:1) opgenomen, waarin wordt bepaald dat voor het jaar 2003 verenigingen een
subsidie ontvangen die ook zou worden toegekend als het oude model van jeugdledensubsidie, zoals
-1-