Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 18594] Dienst/afdeling: JZ 2. Asselbergs en Klinkhamer namens de fam. P. Jongedijk. Inhoud zienswijze. 1Appellanten menen dat op basis van het "Besluit Milieueffectrapportage 1994" een milieueffectrapport opgesteld moet worden voor de uitbreidingslocaties in Teteringen vanwege de onderlinge samenhang. 2. De uit te werken bestemming woondoeleinden als beschreven in artikel 9 van de voorschriften is onvoldoende objectief begrensd. Er ontbreekt de koppeling met artikel 7 (Beschrijving in hoofdlijnen) en er ontbreken een aantal belangrijke elementen voor uitwerking. 3. De procedureregeling bij uitwerking van plangedeelten op basis van artikel 11 WRO ontbreekt. 4. De in de voorschriften van artikel 9 opgenomen nadere eisen zijn onvoldoende objectief begrensd. 5. Appellanten hebben tevens bezwaar tegen de wijziging ten opzichte van het voorontwerp met betrekking tot de ligging van de bestemmingsgrens van de bebouwing aan het Hoeveneind. Deze wijziging is verder niet gemotiveerd en hierdoor zal de nieuw op te richten bebouwing de woning van appellanten te dicht naderen. Dit zal tevens een inbreuk geven op het historische lint wat het Hoeveneind is. Een en ander is in strijd met een goede ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 10 WRO. 6. In het ontwerp van het bestemmingsplan zijn de milieucirkels ten opzichte van het voorontwerp aanzienlijk vergroot zonder nadere onderbouwing hiervoor. 7. In het ontwerp is de voorgevelrooilijn in het nadeel van appellanten zonder enige motivatie verlegd. Hierdoor worden de bouwmogelijkheden beperkt en inbreuk gemaakt op de bestaande rechten. 8. Appellanten exploiteren een volwaardig manegebedrijf aan het Hoeveneind 68. In het ontwerp- bestemmingsplan is deze bestemming echter niet opgenomen terwijl niet vaststaat dat deze gronden in eigendom zijn verworven dan wel zullen worden verworven. Hierdoor valt het bedrijf onder de overgangsbepalingen hetgeen in strijd is met de vaste jurisprudentie hierover van de Raad van State. De bestemmingsgrens dient voorts zodanig te worden verlegd dat binnen de milieucirkel van 50 meter geen woningbouw kan plaatsvinden. 9. Tenslotte maken appelanten bezwaar tegen de verlegde bestemmingsgrens ter hoogte van de buren. Hierdoor zal op korte afstand van de perceelsgrens de mogelijkheid ontstaan dat woningbouw wordt gepleegd. Dit is volgens appellanten in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Beoordeling. 1. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij 111.1 onder 1 2. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij lil.1 onder 2 3. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij 111.1 onder 3 4. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij 111.1 onder4 5. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij 111.1 onder 5 6. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij 111.1 onder 6 7. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij 111.1 onder 7 8. Uit een ter plaatse ingesteld onderzoek is gebleken dat aan het Hoeveneind 68 geen manegebedrijf is gevestigd maar dat hobbymatig paarden worden gehouden. Ook uit een dossieronderzoek is gebleken dat aan het Hoeveneind 68 nooit een milieuvergunning is verleend voor een manegebedrijf. Er bestaan dan ook geen rechten op een manegebedrijf op het adres van appellant en is terecht een woonbestemming opgenomen. 9. De bestemming "Woondoeleinden vrijstaand" aan het Hoeveneind is zorgvuldig tot stand gekomen om de bijzondere ruimtelijke kwaliteit van het Hoeveneind te waarborgen. Bij de totstandkoming van de bestemmingsgrens is uitgegaan van een afstand van 50 meter vanaf het wegprofiel van het Hoeveneind, een afstand van 25 meter vanaf bijzondere bebouwing (rijksmonumenten) en ook is gekeken naar bijzondere bosschages en groenelementen. Aan bestemming "Woondoeleinden vrijstaand" grenst de bestemming "Nader uit te werken woon doeleinden". Dit betekent dat er mogelijkheden ontstaan voor de bouw van enkele woningen aan de achterzijde van het Hoeveneind. Bij de uitwerking is het de bedoeling te komen tot een zorgvuldige ruimtelijke overgang tussen de bestaande en de nieuwe bebouwing. Uitgangspunt daarbij is de sfeer en het historisch karakter van het Hoeveneind. >w -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 661