Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 18594]
Dienst/afdeling: JZ
Een breedte van 60 meter zoals deze in het bestemmingsplan Nieuwe Dorpsrand en Waterakkers
is opgenomen schiet ernstig tekort om voor fauna als uitwisselingszone te fungeren mede ook
vanwege de hoge verstoringsgraad. Er wordt gepleit voor een minimale afstand tussen de
bebouwing in Breda en Teteringen door het laten vervallen van bouwmogelijkheden die binnen die
zone van 250 meter zijn gepland. In dit kader verzoeken zij ook de zuidelijke grens van de nieuwe
woonbebouwing in elk geval 100 meter noordwaarts te schuiven tot aan de bestaande
aaneengesloten bebouwing.
Bovendien voldoet de groene buffer/landschapszone niet aan de Regiovisie Breda-Tilburg hierin
aangeduid als onderdeel van het "groen netwerk", visie "landgoed Breda"aangeduid als "natuur"
en de nota Groene Mal Breda. Hierin is het belang van het vrijwaren van bebouwing in deze zone
benadrukt. Tenslotte is in het Structuurplan Breda Noordoost Teteringen onder andere toegezegd
dat getracht zou worden de geledingszone tussen de Stadsdonken en de Nieuwe Dorpsrand tot
het reeel mogelijke te verbreden.
Beoordeling.
1Momenteel is de Gemeente bezig om tot een begroting en financiële dekking voor het gebied te
komen. Aan de water- en natuurdoelstellingen van het gebied de Waterakkers zal in ieder geval
worden voldaan. De natuurwaarden van de Vuchtpolder komen derhalve niet in gevaar.
2. De gemeente Breda deelt het inzicht met de appellant dat een ecologische zone beter kan
functioneren naarmate hij breder is. Binnen het gestelde programma van onder andere wonen en
werken heeft de Gemeente daarom gezocht naar de maximale beschikbare ruimte voor de
betreffende bestemmingsplanzone. Deze maat is 65 meter, hetgeen neerkomt op een maat van
circa 75 meter vanaf de wegverharding van de Nieuwe Kadijk. Daarnaast is het zo, dat bij de
invulling en inrichting van de bestemming "Gemengde doeleinden" aan de noordzijde van de
groenzone, de gemeente waar mogelijk zal proberen door middel van een groene inrichting de
effectieve breedte van de verbindingszone verder te verbreden. Hierbij moet met name gedacht
worden aan de potentiële functies als scholen en kantoren, waarbij met name een groene
buitenruimte zeer goed mogelijk is.
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
6. D.J. Nederlof en F.J.M. Nederlof-Linck.
Inhoud zienswijze.
Zie voor een samenvatting van de zienswijzen van appellanten bij IV.3.
Beoordeling.
Zie voor de beoordeling van deze zienswijzen bij IV.3.
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
7. B. Weijman.
Inhoud zienswijze.
In de plannen wordt gesteld dat vanwege de wens om sluipverkeer tegen te gaan op diverse locaties
wegen zullen worden afgesloten of onaantrekkelijk gemaakt voor het doorgaand verkeer. Uit de
plannen blijkt verder niets van defintieve maatregelen voor bijvoorbeeld het Moleneind.
Dat de maatregelen bij de oplevering van woningen moeten zijn uitgevoerd is voor appellant
onacceptabel omdat het dan te laat is. Eerst zullen duidelijke plannen moeten worden gemaakt die
instemming hebben van alle betrokken partijen. Appellant blijft bezwaar hebben tegen de
bouwplannen voor Teteringen zolang geen acceptable verkeersoplossing wordt gepresenteerd.
Beoordeling.
Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij I.3 onder 1