Hoofdstuk 4 Subsidie voor andersoortige sportactiviteiten
Voor de onderstaande activiteiten kan subsidie worden aangevraagd:
Artikel 4:1 belangrijke sportevenementen
1Onder verwijzing naar artikel 2:1lid 1 onder b van deze Bijzondere Beleidsregels wordt bepaald
dat naast erkende sportverenigingen ook andere erkende verenigingen of organisaties een
subsidie voor belangrijke sportevenementen kunnen ontvangen.
2. Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag, maximaal gelijk aan het nadelig saldo van de
met het sportevenement samenhangende inkomsten en uitgaven.
3. Ter bepaling van het nadelig saldo worden slechts die uitgaven meegerekend, welke naar het
oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor het welslagen van het
sportevenement. Volledigheidshalve wordt hier verwezen naar het bepaalde in artikel 1.3 van de
Beleidsregels subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid 2002.
4. Uitgangspunten voor verlening van subsidie zijn:
a. evenementen dienen in beginsel selfsupporting te zijn. Bij jaarlijks terugkerende
evenementenwordt de subsidie in drie jaren afgebouwd, zodanig dat na drie jaren geen
subsidie meer wordt verstrekt;
b. er dient sprake te zijn van een, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders,
substantiële eigen inbreng, zoals door middel van zelfwerkzaamheid, sponsoring etcetera;
c. er wordt subsidie verleend tot een door het college van Burgemeester en wethouders te
bepalen maximum.
Artikel 4:2 het noodgedwongen gebruik van een niet-gemeentelijk gymnastieklokaal
Indien voor een activiteit slechts een niet-gemeentelijk gymnastieklokaal beschikbaar is, kan hiervoor
subsidie worden verstrekt onder de volgende aanvullende voorwaarden:
1Het dient een gebruik te betreffen van tenminste 80 uren per seizoen.
2. Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag gelijk aan het verschil in huurkosten van een
niet-gemeentelijke en een gemeentelijke gymnastiekzaal.
3. De subsidie bedraagt nimmer meer dan het voor elk subsidiejaar door Burgemeester en
Wethouders vastgesteld maximum subsidiebedrag per uur.
4. Het verzoek om subsidie bevat:
a. een verklaring, waaruit blijkt waarom geen gebruik kan worden gemaakt van een
gemeentelijke gymnastiekzaal.
b. een opgave van het aantal uren dat in het seizoen gebruik zal worden gemaakt van een
niet-gemeentelijke gymnastiekzaal, alsmede het daarvoor per uur geldende tarief, een en
ander blijkende uit een mede te overleggen kopie van het desbetreffende huurcontract of
een verklaring van de verhuurder.
Artikel 4:3 sportkennismaking
1. Subsidie kan worden verleend in de kosten, verband houdende met de organisatie van
sportactiviteiten door erkende sportverenigingen, welke:
a. in Breda plaatsvinden en gericht zijn op inwoners van de gemeente Breda die niet, nog niet of
niet meer aan sport deelnemen, én
b. een uitnodigend en open karakter hebben, én
c. een bijdrage kunnen leveren aan de vergroting van de keuzemogelijkheden met betrekking tot
sportbeoefening in de gemeente Breda, én
d.. bedoeld zijn om -binnen de gewone, eigen financiële huishouding van de aanvragende
sportvereniging- een structureel onderdeel uit te (gaan) maken van haar activiteitenaanbod.
2. Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag, maximaal gelijk aan het nadelig saldo van de
met de organisatie van de sportactiviteit(en) samenhangende inkomsten en uitgaven.
3. Ter bepaling van het nadelig saldo worden slechts die uitgaven meegerekend, welke naar het
oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn. Volledigheidshalve wordt hier
verwezen naar het bepaalde in artikel 1.3 van de Beleidsregels subsidieverstrekking Welzijn en
Arbeidsmarktbeleid 2002.
Artikel 4:4 sportactiviteiten, gericht op in de gemeente Breda woonachtige jongeren en
minder validen, die geen lid zijn van de aanvragende sportvereniging
1. Subsidie wordt slechts verleend, indien bedoelde activiteiten niet kunnen worden ingepast in het
bestaande scala van mogelijkheden tot het beoefenen van sport.
2. Schoolsporttoernooien, die worden georganiseerd door schoolsportcommissies, kunnen voor
subsidie in aanmerking komen.
Bijzondere beleidsregels subsidieverstrekking Sportstimulering 2002
4