Hoofdstuk 5 Investeringssubsidie
3. Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag, maximaal gelijk aan het nadelig saldo van de
met de activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven.
4. Ter bepaling van het nadelig saldo worden slechts die uitgaven meegerekend, welke naar het
oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn. Volledigheidshalve wordt hier
verwezen naar het bepaalde in artikel 1.3 van de Beleidsregels subsidieverstrekking Welzijn en
Arbeidsmarktbeleid 2002.
Artikel 4:5 fusiestimulering
1Subsidie kan worden verleend in de kosten, verband houdende met de samenvoeging tot één
rechtspersoon van voorheen twee zelfstandige, erkende, sportverenigingen binnen de kaders van
het gemeentelijke sportbeleid
2. Subsidie voor dit doel wordt, per vereniging, slechts eenmalig verleend.
3. Het verzoek om subsidie bevat, naast het gestelde in Hoofdstuk 2 van de Beleidsregels
subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid 2002:
a.. een door Burgemeester en Wethouders, gehoord het Sportpunt Breda, goed te keuren
fusieplan met daarin een beschrijving van de activiteiten en stappen die leiden tot
samenvoeging van minimaal twee, erkende en zelfstandige sportverenigingen. Het advies van
het Sportpunt Breda ter zake is niet bindend;
b. een overzicht van de met de samenvoeging te bereiken doelstelling;
c. een beschrijving van de wijze waarop de aanvragende organisatie de kwaliteit van de
sportactiviteiten na de fusie zal waarborgen.
Artikel 4:6 investeren in vrijwilligers
1. Subsidie kan worden verleend in de kosten, verband houdende met activiteiten die zijn gericht op
de ondersteuning van vrijwilligers.
2. De ondersteuning van vrijwilligers wordt verzorgd door een of meer door burgemeester en
wethouders aan te wijzen organisaties.
3. Organisaties die voor hun vrijwilligers een beroep willen doen op het cursusaanbod voor
deskundigheidsbevordering kunnen daartoe binnen het kader van hun activiteitenplan een
subsidieaanvraag indienen bij de gemeente onder vermelding van de cursus die men wenst af te
nemen en de daaraan verbonden kosten.
4. De verzekeringen die worden gesloten ten behoeve van vrijwilligers met betrekking tot de
Wettelijke Aansprakelijkheid en ongevallen worden gesubsidieerd, mits deze worden afgesloten
via een of meerdere door burgemeester en wethouders aan te wijzen organisaties.
5. Alleen vrijwilligers van erkende sportverenigingen komen voor de onder lid 1 en 2 genoemde
regeling in aanmerking.
Artikel 5:1 Investeringssubsidie voor secundaire sportaccommodaties
1Waar in deze paragraaf wordt gesproken over secundaire sportaccommodaties wordt
daaronder mede verstaan een sportclubhuis.
2. Op de vóór 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het subsidiejaar ingekomen verzoeken om
subsidie krachtens deze paragraaf, beslist de Gemeenteraad vóór 1 januari daaraanvolgend;
3. Bij behandeling van verzoeken om subsidie krachtens deze titel wordt indien nodig, de
volgende prioriteitsvolgorde gehanteerd:
a. verzoeken om subsidie voor het oprichten van een secundaire sportaccommodatie en/of
eerste aanschaf aanbrenging van voorzieningen, ingediend door verenigingen aan wie
nog niet eerder een investeringssubsidie werd verleend.
b. verzoeken om subsidie ingediend door verenigingen aan wie reeds eerder een
investeringssubsidie werd verleend.
4. Indien en voor zover, de betreffende sportaccommodatie wordt of is gesitueerd op een perceel
grond:
a. behorend tot de eigendom van de gemeente Breda, dient met betrekking tot de ondergrond
van de betreffende sportaccommodatie ten behoeve van de subsidieaanvragende
vereniging het recht van erfpacht gevestigd te zijn, eventueel gecombineerd met het recht
van opstal met betrekking tot de sportaccommodatie.
b. behorend noch tot de eigendom van de gemeente Breda, noch tot de eigendom van de
subsidieaanvragende vereniging, dient met betrekking tot die sportaccommodatie ten
behoeve van de subsidieaanvragende vereniging het recht van opstal gevestigd te zijn,
eventueel gecombineerd met het recht van erfpacht met betrekking tot de ondergrond van
Bijzondere beleidsregels subsidieverstrekking Sportstimulering 2002
5