Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 19341] Dienst/afdeling: PM Stagnatiekosten. In de voortgangsrapportage van augustus 2000 is gemeld dat periode tussen contractondertekening en daadwerkelijke start van de bouw veel langer heeft geduurd dan indertijd is beoogd. Ook door de bezwarenprocedures rond de kap van de beuk en de monumentenstatus is toen vertraging opgetreden. Tijdens de bouw is er meerdere malen stagnatie opgetreden. Wie hier verantwoordelijk voor is zal later moeten blijken. De opdrachtgever de gemeente Breda heeft om verdere stagnatie te voorkomen aan de aannemer opdrachten verstrekt om de gewenste maatregelen te nemen. Deze maatregelen hebben betrekking op het aanbrengen van noodvoorzieningen en verwarming tijdens de winterperiode omdat de entreedeur en dockshelterdeur nog niet geplaatst waren en binnen in het gebouw stucwerk moest worden aangebracht. Ook de kosten van een bouwtijdverlenging van een week ten gevolge van verkeerde maatvoering is gehonoreerd. Er is een schuldvraag aan de orde over een vertraging van de bouw van ca. 9 maanden tussen architect en bouwkundige aannemer. Omdat de installatietechnische aannemer hierin geen rol speelt heeft de opdrachtgever deze schadeloos gesteld middels stagnatiekosten. Claims. In de contractstukken is uitgegaan van een bouwtijd van 12 maanden. Dit betekent dat het poppodium Mezz in januari 2002 opgeleverd zou moeten zijn. De oplevering heeft plaats gevonden in augustus 2002 en daarna moesten nog een aantal meerwerken uitgevoerd worden om het gebouw gebruiksklaar te maken. Vanzelfsprekend betekent dat er door een langere bouwtijd meer kosten zijn gemaakt. Dit geldt voor zowel de architect, de aannemer maar ook voor de opdrachtgever de gemeente Breda. In de gevoerde correspondentie naar de architect is meegedeeld dat de gemeente Breda zijn verzoek tot bijbetaling niet in behandeling zal nemen alvorens er helderheid is verschaft over het ingediende meerwerk door de aannemer ten gevolge van te late verstrekking van tekenwerk door de architect. Aan de aannemer is meegedeeld dat er twijfel bestaat over de schuldvraag of de stagnatie (geheel) te wijten is aan te late verstrekking van tekeningen van de architect. Het kan niet zo zijn dat de opdrachtgever de rekening over hetzelfde onderwerp dubbel gepresenteerd krijgt. Na afloop van de werkzaamheden zal de gemeente met beide partijen overleg voeren om de schuldvraag duidelijk te krijgen en de claim te kwantificeren. Wel is duidelijk dat er veel meerwerk is ontstaan die te wijten is aan de onvolledigheid van de werkzaamheden van de architect. Met name de constructie van de dockshelterdeur, entreedeur, balkonaanpassing en de verrekenbare hoeveelheden zijn hiervan voorbeelden. In overleg met een jurist, zal alles in het werk worden gesteld om aan te tonen dat er door de architect verwijtbare fouten zijn gemaakt. Daarnaast zal getracht worden om aan te tonen dat de aannemer mede verantwoordelijk is voor de stagnatie. Samenvatting In oktober 2001 is een inschatting gemaakt van de nog te verwachten meerwerken. Hiervoor is een p.m. post opgenomen in de risicoparagraaf. Hierin is niet (geheel) rekening gehouden met de substantiële afwijkingen die zich daarna hebben voorgedaan. De meerwerken zijn grotendeels terug te voeren op een beperkt aantal onderdelen te weten: Verrekenbare hoeveelheden: De opmeting van het gebouw en daarmee de uitkomst van de verrekenbare hoeveelheden heeft pas plaats gevonden in juni 2002. Het opgevoerde meerwerk is nog niet gecontroleerd en nog niet goedgekeurd. Het betreft een extra bedrag na oktober 2001 van 145.000,--. Dockshelterdeur en entreedeur: De meerkosten na oktober 2001 bedragen 115.000,-. Extra voorzieningen t.g.v. Brandweereisen en gebruiksvergunning: De extra brandweereisen, na oktober 2001die niet opgenomen waren bij de aanbesteding bedraagt 58.000,-. Voorzieningen voortkomend uit stagnatie: Na oktober 2001 zijn er maatregelen getroffen om de voortgang van de werkzaamheden niet extra te stagneren ten bedrage van 33.800,-. -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 818