Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 19482] Dienst/afdeling: PM In de doelstellingennota zijn de uitgangspunten ten aanzien van de bouw als volgt geformuleerd: Binnen de grenzen van het bestemmingsplan door middel van vernieuwbouw van het complex Beijerd en Artotheek, Boschstraat 22-22a, een eigentijds, open en toegankelijk museum realiseren met een oppervlakte van ruim 4130 m2 BVO voor de vestiging van een Museum voor Grafische Vormgeving; Het gebouw moet voldoen aan alle eisen van klimaatbeheersing, bewaaromstandigheden en logistiek, die voor een museum gelden; In het complex de volgende ruimten realiseren: ontvangstruimte, entree, (boek)winkel, restauratieve voorzieningen, tentoonstellingruimte, bibliotheek en mediatheek, studio/werkplek voor grafisch ontwerper, auditorium voor 100 personen, flexibele vergader-workshopruimte, depot en werkplaats. In oktober 2001 is aan de architect Van Heeswijk opdracht verstrekt voor een vooronderzoek in de vorm van het formuleren van een functioneel en conceptueel PVE. Begin januari 2002 heeft de architect Hans van Heeswijk gerapporteerd over de functionele indeling en de inpassing in het gebouw. De conclusie was dat binnen het bestaande gebouw het functionele programma en het ambitieniveau niet te realiseren is. Met name de ruimte onder de kapconstructie van de Beijerd is niet functioneel te maken. Het minimaal gevraagde volume kan niet worden gehaald en aan de bouwtechnische- en bouwfysische voorwaarden is niet te voldoen. Op basis van deze resultaten is besloten om middels een volumestudie de mogelijkheden voor het vervolgtraject voor de planontwikkeling in beeld te brengen. Het resultaat hiervan is het voorliggend schetsontwerp en het "Definitief PVE". Het schetsontwerp en PVE is een uitwerking van de op 6 maart 2001 ter uitwerking vastgestelde variant A waarbij wel sprake is van een groter volume nieuwbouw maar voldoet aan gestelde randvoorwaarden en financiële kaders. Ad. 2 In te stemmen met het schetsontwerp. Algemeen Het schetsontwerp gaat uit van een nieuw te bouwen kelderverdieping van 1100 m2, een nieuw te bouwen bovengrondse laag van 850 m2, de verbouw van de voorbouw van de Beijerd van 1025 m2 en de verbouw van de Artotheek van 1225 m2, totaal 4200 m2. Voor het nieuwbouwdeel wordt uitgegaan van de bestaande structuur. Het binnenhof maakt een structurerend deel uit van het gebouwencomplex. Hier zijn alle bouwdelen rondom georganiseerd. Het heeft een bewezen spilfunctie in de organisatie. Het herinnert tevens aan de historie van het complex. Het handhaven van een binnenhof in enigerlei vorm wordt als belangrijk beschouwd. Door de toevoeging van de nieuwbouw wordt er een relatie gelegd met de Artotheek waardoor het gebouwencomplex als een nieuw geheel kan worden opgevat. Het voorgebouw heeft voor de periode van de verbouwing in 1938, 300 jaar als solitair gebouw gestaan. In het nieuwe schetsontwerp wordt dit weer zichtbaar gemaakt. Het schetsplan wordt door zowel de Rijksdienst voor de Monumentenzorg als door de commissie WAM zeer positief gewaardeerd en voldoet aan de voorwaarden die aan het museum worden gesteld. De Beijerd Omdat naar de mening van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de registeromschrijving van het monument "De Beijerd" alweer enige tijd geleden was opgesteld heeft zij gemeend om bij de beoordeling van het schetsplan de waardestelling van het monument aan te scherpen door ook de achterbouw van de Beijerd te beschrijven. In de overwegingen wordt gesteld dat het vanuit het oogpunt van cultuurhistorie niet eenvoudig is om een eenduidig advies op het voorliggende plan te geven. Het plan wordt functioneel, logistiek en museaal (dus cultureel) goed doordacht genoemd. Ook biedt het plan een waarborg voor behoud van de voorbouw op lange termijn. Het advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is niet eenduidig positief of negatief. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 824