Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 19845]
Dienst/afdeling: RGR
Consequenties
In het vierde lid van artikel 3 van het Reglement voor de raadscommissies is daarop echter een
uitzondering gemaakt. Indien één van deze kandidaten schriftelijk heeft verklaard niet als
eerstvolgende kandidaat in aanmerking te willen komen voor een benoeming als lid van de raad, dan
kan de direct daarop volgende kandidaat worden voorgedragen. Indien deze ook een dergelijke
verklaring heeft afgelegd komt de daarop volgende kandidaat daarvoor in aanmerking, enzovoorts.
Zodoende heeft de raad de fracties de mogelijkheid geboden om, ook als kandidaten aangeven niet
als eerstvolgende kandidaat in aanmerking te willen komen, in staat te zijn om twee commissieleden
niet-raadsleden voor te kunnen dragen.
Omdat de kandidaten voor mevrouw Scheifes een dergelijke verklaring hebben overlegd, komt
mevrouw Scheifes in aanmerking om te worden benoemd tot commissielid niet-raadslid.
De verklaringen als bedoeld in het vierde lid van artikel 3 van het Reglement voor de
raadscommissies hebben overigens alleen betrekking op de vraag wie kan worden voorgedragen als
commissielid niet-raadslid en niet op de vraag wie bij een tussentijdse vacature in de raad opvolgend
raadslid is. Dit wordt namelijk bepaald door de Kieswet. Alleen door een verklaring Model W2 als
bedoeld in de Kieswet kunnen kandidaten voor het raadslidmaatschap daadwerkelijk afstand doen
van hun kandidatuur. Dit kan permanent (voor alle toekomstige vacatures) of incidenteel bij een
specifieke vacature die zich in de raad voordoet. Bij een vacature in de raad zal de opvolgende
kandidaat die een verklaring heeft ingediend als bedoeld in artikel 3 van het Reglement voor de
raadscommissies, deze dus altijd via een verklaring Model W2 moeten bevestigen. Kandidaten die
met een verklaring Model W2 permanent afstand hebben gedaan van hun kandidatuur voor het
raadslidmaatschap zijn al van de kandidatenlijst afgevoerd.
De fractie van D'66 heeft in verband met het ontslag van de heer Verbaken de heer Polling
voorgedragen om te worden benoemd tot commissielid niet-raadslid van de raadscommissies AZ,
SOW, VSM en MSO. Ook is de heer Joosse voorgedragen om te worden benoemd tot lid van de
raadscommissie ECG.
Omdat de fractie nog maar twee leden heeft laten benoemen in de raadscommissie ECG kan de heer
Joosse worden benoemd tot lid van deze raadscommissie.
Zoals hiervoor is vermeld kunnen uitsluitend de eerste twee kandidaten op de kandidatenlijst die in
aanmerking komen voor een tussentijdse benoeming worden voorgedragen als commissielid niet-
raadslid. Omdat ook hier de kandidaten voor de heer Polling een schriftelijke verklaring hebben
ingediend als bedoeld in artikel 3 van het Reglement voor de raadscommissies kan de heer Polling
worden benoemd als commissielid niet-raadslid voor de fractie van D'66. Verzocht is de heer Polling
te benoemen tot lid van de raadscommissies AZ, SOW, VSM en MSO.
In verband met het ontslag van de heer Verbaken kan de fractie een nieuw lid voordragen voor de
raadscommissies MSO en VSM. In de raadscommissie AZ heeft de fracie nog maar twee leden zodat
daar een derde kandidaat voor kan worden voorgedragen. Omdat de fractie al drie leden heeft laten
benoemen in de raadscommissie SOW moet, wil de fractie de heer Polling daarvoor in aanmerking
laten komen, eerst één van deze drie leden worden ontslagen. De fractie heeft verzocht de heer
Zwaans ontslag op eigen verzoek als lid van de raadscommissie SOW te verlenen.
Voorgesteld wordt met deze voordracht in te stemmen en de betrokken commissieleden te benoemen
in de onderscheiden raadscommissies.
In verband met de uit te keren vergoedingen en de benodigde opgave van nevenfuncties wordt de
Bestuursdienst (Personeel) geïnformeerd over de personele wijziging. De presentie- en verzendlijsten
van de onderscheiden raadscommissies worden overeenkomstig dit besluit aangepast.
-2-