Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 19597]
Dienst/afdeling: ML
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/T oelichting
Agendapuntnummer: 3
Aantal bijlagen: -1 -
Verordening Bodemsanering.
U heeft in uw vergadering van 28 september 2000 (Raadsvoorstel en -besluit nr. 12754) onder
voorwaarden besloten per 1-1-2003 de rol van bevoegd gezag Wet bodembescherming te
aanvaarden en in uw vergadering van 26 april 2001 (Raadsvoorstel en -besluit nr. 14843) dit besluit
definitief gemaakt. Voor het uitvoeren van de rol van bevoegd gezag is het noodzakelijk een
verordening vast te stellen.
Op het vaststellen van een verordening is de Tijdelijke Referendumwet van toepassing.
1. Vaststellen van de Verordening Bodemsanering.
2. Besluiten de Verordening Bodemsanering onder verwijzing naar art.25 Tijdelijke Referendumwet
per 1 januari 2003 in werking te doen treden.
De Verordening Bodemsanering
Op grond van art. 52 van de Wet bodembescherming moet de gemeenteraad een verordening
vaststellen waarin regels worden gegeven voor de wijze waarop ingezetenen en andere
belanghebbenden bij de uitvoering van bodemonderzoek en -sanering worden betrokken. De regels
hebben betrekking op de inspraak en de (voorbereidings)procedure van besluiten, de inhoud en de
vorm van een aanvraag respectievelijk een saneringsplan en de betrokkenheid van derden bij de
uitvoering van een sanering en een beklagregeling.
De provincie beschikt over een Verordening Bodemsanering. In de aanloop naar de overdracht van de
bevoegd gezag taken is er regelmatig overleg gevoerd tussen de provincie en de zgn. B 5
gemeenten1. Naar aanleiding van deze overleggen zijn wij van oordeel dat het aanbeveling verdient
het beleid van de provincie 1-op-1 te continueren teneinde te voorkomen dat er grote
beleidswijzigingen ten gevolge van de rolwisseling plaatsvinden.
De Verordening Bodemsanering, zoals die nu ter vaststelling wordt aangeboden, is 1-op-1 gelijk aan
die van de provincie. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht.
De Tijdelijke Referendumwet
Op 1 januari 2002 is de Tijdelijke Referendumwet (Trw) in werking getreden. De Trw maakt
raadgevende correctieve referenda op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau mogelijk.
Raadgevende correctieve referenda worden gehouden op initiatief van kiesgerechtigden over reeds
genomen besluiten die -in principe- nog niet in werking zijn getreden. De Trw bevat een limitatieve
opsomming van de besluiten waarover op basis van de Trw een referendum kan worden gehouden.
Blijkens art. 8 Trw is een referendum mogelijk over het raadsbesluit tot het vaststellen van een
algemeen verbindend voorschrift. De Trw heeft een verplichtend karakter. Indien aan de voorschriften
van de Trw wordt voldaan, moet een referendum gehouden worden. Dit wil zeggen dat de
(kiesgerechtigde) bevolking bepaalt of er een referendum gehouden wordt mits aan de in de wet
gestelde voorwaarden wordt voldaan.
(de 5 grote
ide 5 grote Brabantse gemeenten, die op dit moment (op Breda na) de bevoegd gezag taken reeds hebben overgenomen).
-1-