Gemeente Breda Registratienr: 19705]
RaadsbesluitDienst/afdeling: BEL
5.7.5.1 De in de onderdelen 5.7.1 t/m 5.7.4 genoemde restituties zijn van toepassing indien
de bouwkosten van het verzoek om reguliere bouwvergunning tenminste
2.250.000,- bedraagt.
5.7.5.2 In afwijking van het bepaalde onder 5.7.5.1 wordt bij een bouwsom tussen
1.575.000,— en 2.250.000,— een zodanige restitutie toegepast dat de
verschuldigde leges niet minder bedragen dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn
bij een bouwsom van 2.250.000,-, verminderd met de van toepassing zijnde
restituties.
5.7.5.3 De onder 5.7.1 tot en met 5.7.4 vermelde restituties vinden uitsluitend plaats op
verzoek van de aanvrager van de reguliere bouwvergunning dan wel de
bouwvergunning tweede fase binnen een termijn van 6 weken na voltooiing van het
bouwwerk.
Vrijstellingen
5.8.1 Indien voor de behandeling van een aanvraag om reguliere bouwvergunning,
respectievelijk wel een aanvraag om bouwvergunning eerste fase met toepassing
van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een anticipatieprocedure op
grond van een bestemmingsplan moet worden gevoerd, wordt het overeenkomstig
5.2.1 resp. 5.4.1. of 5.6.1. berekende bedrag, vermeerderd met:
5.8.1.1 Indien de bouwkosten lager dan 2.000.000,- zijn: 20% van het tarief als genoemd
onder 5.2.1met een minimum van 380,- en een maximum van 3.800,—;
5.8.1.2 Indien de bouwkosten 2.000.000,- of meer zijn: 3.800,- vermeerderd met
0,11% van de bouwkosten boven 2.000.000,- met een maximum van 7.600,-.
5.8.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om
een vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of
een vrijstelling als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Bouwverordening
1993 Ordening en het verzoek heeft betrekking op een bouwwerk waarvoor een
reguliere bouwvergunning nodig is: 5 van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met
een minimum van 90,- en een maximum van 200,-
5.8.2.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om
een vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of
een vrijstelling als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Bouwverordening
1993 en het verzoek heeft betrekking op een bouwwerk waarvoor een lichte
bouwvergunning nodig is: 5 van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met een
minimum van 60,- en een maximum van 150,-
5.8.3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om
vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of artikel 19, derde lid van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening en het verzoek heeft betrekking op een bouwwerk waarvoor
een reguliere bouwvergunning nodig is: 15% van het tarief als genoemd onder 5.2.1,
met een minimum van 130,- en een maximum van 1500,-.
5.8.3.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om
vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of artikel 19, derde lid van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening en het verzoek heeft betrekking op een bouwwerk waarvoor
een lichte bouwvergunning nodig is: 10% van het tarief als genoemd onder 5.2.1,
met een minimum van 60,- en een maximum van 450,-.
5.8.4 In afwijking van 5.8.3.1 bedraagt het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling
nemen van een verzoek om vrijstelling als bedoeld artikel 19, derde lid van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening en deze vrijstelling betrekking heeft op de situatie als
bedoeld in artikel 20 lid 1 sub e van het Besluit op de ruimtelijke ordening
5.8.4.1 Indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de vrijstelling betrekking heeft,
niet meer bedraagt dan 100 m2: 500,-.