Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 19916] Dienst/afdeling: JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 13 Aantal bijlagen: Het toekennen van verzoeken om planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de heer A. Dekker, Mastbosstraat 56, de heer J. Miserus, Mastbosstraat 58 en de heer J. Peeters, Mastbosstraat 64 te Breda. Op 13 november 2001 zijn ingekomen verzoeken om planschadevergoeding van de heer A. Dekker, Mastbosstraat 56, de heer J. Miserus, Mastbosstraat 58 en de heer J. Peeters, Mastbosstraat 64 te Breda. Verzoekers claimen als gevolg van de realisering van woningen op een perceel grond gelegen aan de achterzijde van hun woningen waardevermindering van hun onroerend goed. Bij brief van 12 juni 2002 is aan de schadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam, opdracht verleend om over de ingediende planschadeverzoeken advies uit te brengen. De door de schadebeoordelingscommissie uitgebrachte adviezen zijn op 22 november 2002 ingekomen en zijn voor uw raad ter inzage gelegd. Te besluiten tot het toekennen aan verzoekers van planschade op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept raadsbesluit. Bij besluit van 16 november 1998 werd aan Eijkelenburg Dura Bouw B.V. vergunning verleend voor het bouwen van 36 woningen en 80 appartementen op een perceel grond gelegen aan de Burgemeester Sutoriusstraat te Breda. Bij besluit van 30 augustus 1999 werd aan Bouwcombinatie Zundert vergunning verleend voor de bouw van 3 woningen op perceel Burgemeester Wermenbolstraat 2, 4 en 6 te Breda. De percelen alwaar de woningbouw werd gerealiseerd zijn (gedeeltelijk) gelegen achter de woningen van verzoekers om planschade. De bouwvergunningen werden verleend met toepassing van de anticipatieprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van het destijds geldende bestemmingsplan Princenhage West II 1976 en de daarin opgenomen bestemmingen en de bijbehorende planvoorschriften kon aan de bouwplannen geen medewerking worden verleend. In dit bestemmingsplan hadden de onderhavige percelen grond de bestemmingen "tuinbouwdoeleinden" en "Doeleinden van handel en bedrijf HB". In het door uw raad in de vergadering van 31 januari 2002 vastgestelde bestemmingsplan Princenhage is de met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening opgerichte bebouwing planologisch ingepast. Verzoekers stellen dat door de planologische wijziging hun onroerende zaak in waarde is gedaald en zij om deze reden een beroep doen op planschadevergoeding. Zoals hiervoor reeds vermeld zijn de planschadeverzoeken ter advisering voorgelegd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam. Op 22 november 2002 zijn de definitieve adviezen van de schadebeoordelingscommissie ingekomen. De integrale adviezen zijn voor u in het agenda-dossier ter inzage gelegd. De schadebeoordelingscommissie komt tot de conclusie dat de realisering van woningen gelegen direct achter en schuin achter de onroerende zaak van verzoekers, heeft geleid tot een voor verzoekers in planologisch opzicht nadeliger situatie. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 100