Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 19215]
Dienst/afdeling: VWLZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 2
Aantal bijlagen: -
Vaststellen van de verordening kinderopvang 2003 en verordening peuterspeelzaalwerk 2003 onder
gelijktijdige intrekking van de verordening kinderopvang 1999.
A. Op 1 januari 2004 zal naar verwachting de Wet Basisvoorziening Kinderopvang in werking
treden. Deze wet voorziet in een landelijk kader van toezicht op de kinderopvang. Vooralsnog
is door de voormalige regering besloten het peuterspeelzaalwerk niet onder de werking van
deze wet te laten vallen. Om deze reden is het voorstel om analoog aan deze keuze, de
verordening kinderopvang 1999 van de gemeente Breda in aangepaste vorm te splitsen in
twee verordeningen, te weten een verordening kinderopvang en een verordening
peuterspeelzaalwerk.
B. Tevens wordt in de verordening kinderopvang 2003 de wettelijke grondslag opgenomen voor
inzet van functionarissen die de beroepsbegeleidende leerweg volgen (de BBL-regeling).
C. Tenslotte is ten behoeve van de efficiëntie van het toezicht op de kwaliteit zowel in de
verordening kinderopvang als in de verordening peuterspeelzaalwerk de regelgeving ten
aanzien van informatieverstrekking aangescherpt.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de nieuwe verordening kinderopvang 2003 en verordening
peuterspeelzaalwerk 2003 te laten vaststellen, onder gelijktijdige intrekking van de huidige
verordening kinderopvang gemeente Breda 1999.
Ad. A. De Wet Basisvoorziening Kinderopvang zal naar verwachting met ingang van 1 januari
2004 in werking treden. Door een splitsing te maken in een aparte verordening voor de
kinderopvang en een verordening voor het peuterspeelzaalwerk kan de verordening
peuterspeelzaalwerk bij inwerkingtreden van de nieuwe wet ongewijzigd worden gehandhaafd. De
raad kan dan de verordening Kinderopvang intrekken.
Ad B. Geconstateerd kan worden dat het steeds moeilijker wordt om voldoende functionarissen in
de kinderopvang aan te stellen opdat de kwaliteit wordt gegarandeerd. Een gedeeltelijke
oplossing is gevonden in de introductie van de beroepsbegeleidende leerweg. De regeling
beroepsbegeleidende leerweg (BBL-regeling) voorziet in het aantrekken van nog niet volledig
gekwalificeerde leidsters in de kinderopvang. Zij is van origine als variant op de gewone opleiding
in het leven geroepen voor reeds in de kinderopvang werkzame (bijna) volwassen assistenten
die, mede door aangescherpte eisen in de wetgeving, een formeel diploma moesten behalen.
Ook herintredende en omscholende functionarissen kunnen deze verkorte opleiding volgen. Om
in aanmerking te komen voor de BBL-regeling dient de kinderopvanginstelling een door de
stichting Landelijk Orgaan van het Beroepsonderwijs Gezondheidszorg, Dienstverlening, Welzijn
en Sport (OVDB) erkend leerbedrijf te zijn. Door de BBL-regeling op te nemen in de verordening
kinderopvang 2003 wordt formeel de mogelijkheid geboden tot het inzetten van functionarissen
overeenkomstig deze regeling.
De BBL-regeling is vooralsnog niet van toepassing op het peuterspeelzaalwerk. Te verwachten is
dat de BBL-regeling in de toekomst wordt opgenomen in de CAO-Welzijn voor het
peuterspeelzaalwerk.
Dan zou de verordening peuterspeelzaalwerk 2003 op dat onderdeel kunnen worden aangepast.