Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 19846] Dienst/afdeling: ML Er is een aantal redenen/argumenten te noemen om de Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen vast te stellen: Er wordt verwacht dat het verstrekken van subsidie zal bijdragen aan de stimulering van bodemsaneringen op bedrijfsterreinen in eigen beheer (sanering die door de eigenaar c.q. veroorzaker zelf wordt uitgevoerd en gefinancierd). De Bedrijvenregeling is een algemene regeling die duidelijkheid schept over de overheidsbijdrage aan saneringen van bedrijfsterreinen. Deze duidelijkheid kan ook doorwerken in onroerend goed transacties aangezien de subsidieaanspraak van koper op verkoper kan worden overgedragen. Door de Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen vast te stellen kan al tijdens de interim-periode van deze voordelen van de Bedrijvenregeling gebruik worden gemaakt. Eigenaars/erfpachters van in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen, die bijvoorbeeld in het kader van bouwwerkzaamheden moeten saneren, kunnen op basis van de subsidieverordening nu met subsidie saneren. Het Bredase bedrijfsleven kan profiteren van door het Rijk ter beschikking gestelde subsidegelden. Ook de andere bevoegde gezagen binnen de zuidelijke provincies (Noord-Brabant, Limburg, Zeeland) gaan de subsidieverordening vaststellen. Door het niet vaststellen van de subsidieverordening zouden bedrijven binnen de gemeente Breda benadeeld kunnen worden. Relatie met Algemene Subsidieverordening Op 1 januari 1998 is binnen de gemeente Breda de "Algemene subsidieverordening Breda 1998" in werking getreden. Er wordt voorgesteld om de Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen echter als aparte subsidieverordening vast te laten stellen. Er is een aantal redenen om de Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen niet te verankeren in de Algemene Subsidieverordening, namelijk: De Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen heeft een tijdelijk karakter. Zodra de saneringsplicht en de basis voor de subsidieregeling in wet- en regelgeving zijn opgenomen zal de Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen vervallen. Er wordt verwacht dat dit eind 2004/begin 2005 zal plaatsvinden. Het ministerie van VROM heeft eisen gesteld aan de Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen. Door het ministerie van VROM is een modelsubsidieverordening opgesteld en aangereikt aan alle bevoegde gezagen Wbb. Hierbij is aangegeven dat, indien wordt afgeweken van de door VROM voorgeschreven verordening, de mogelijkheid bestaat dat VROM niet tot uitbetaling van de subsidie aan het bevoegd gezag overgaat. Bij inbouw in de Algemene Subsidieverordening bestaat de mogelijkheid dat afbreuk gedaan wordt aan de inhoud van de voorgeschreven verordening en bestaat het risico dat het geld niet door VROM wordt uitbetaald. Het betreft de uitwerking van een landelijke regeling, die is vastgelegd in een convenant. Er is voor de bevoegde gezagen weinig tot geen ruimte voor een eigen invulling. Tijdelijke referendumwet Op 1 januari 2002 is de Tijdelijke Referendumwet (Trw) in werking getreden. De Trw maakt raadgevende correctieve referenda op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau mogelijk. Raadgevende correctieve referenda worden gehouden op initiatief van kiesgerechtigden over reeds genomen besluiten die - in principe - nog niet in werking zijn getreden. De Trw geeft aan over welke besluiten een refenrendum kan worden gehouden. Uit artikel 8 van de Trw volgt dat een referendum mogelijk is over een raadsbesluit tot het vaststellen van een algemeen verbindend voorschrift. De Trw heeft een verplichtend karakter. Indien aan de voorschriften van de Trw wordt voldaan moet een referendum gehouden worden. Dit wil zeggen dat de (kiesgerechtigde) bevolking bepaalt of een referendum gehouden wordt, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Art. 22 Trw bepaalt dat burgemeester en wethouders moeten beslissen of een besluit al dan niet referendabel is. Dit besluit wordt gelijk met het besluit dat het betreft bekend gemaakt. Tevens bepaalt art. 22 Trw dat het referendabele besluit niet eerder dan 6 weken nadat het bekend is gemaakt in werking treedt. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 37