p. 14/18
Algemene wet bestuursrecht de nodige eisen aan (de procedure omtrent) het
verlenen van een overheidsbijdrage in de vorm van een subsidie. Met die eisen is bij
het concipiëren van deze verordening rekening gehouden. Daarnaast kunnen in een
bestaande provinciale of gemeentelijke milieuverordening al termijnen zijn gesteld.
De overige bepalingen in deze (Model-)Subsidieverordening moeten dan ook worden
geplaatst tegen de achtergrond van hetgeen volgt uit titel 4.2 van de Algemene wet
bestuursrecht.
Zoals uit de navolgende bepalingen van de (Model-)Subsidieverordening blijkt, kan
het Interimbeleid op dit moment nog geen uitwerking geven aan alle elementen van
de, zogenoemde, Bedrijvenregeling die in de als Bijlage 1 aan het Convenant
gehechte Notitie Bodemsanering Bedrijfsterreinen (hierna te noemen: de Notitie)
zijn neergelegd. Het Interimbeleid vindt in het bijzonder een begrenzing in het feit
dat haar tijdelijk karakter noodzakelijkerwijs met zich brengt dat een aantal
vereisten om in aanmerking te komen voor een overheidsbijdrage ten behoeve van
de sanering van een Bedrijfsterrein, anders dan in de Notitie vermeld, gedurende de
looptijd van het Interimbeleid niet relevant is dan wel niet wordt gesteld (waarbij in
het bijzonder moet worden gedacht aan de plicht tot aanmelding vóór 31 december
2005), en de hoogte van de te verkrijgen overheidsbijdrage wordt bepaald aan de
hand van de in de Notitie voor de periode tot 1 januari 2011 genoemde percentages.
Bij aanvang van de sanering vanaf 1 januari 2011 zullen lagere percentages gaan
gelden.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Toelichting Artikel 1:
In deze bepaling wordt een aantal begrippen dat in de navolgende bepalingen van
de (Model)Subsidieverordening wordt gebruikt, van een omschrijving voorzien. Een
aantal van de omschrijvingen wijkt af van de omschrijving die wordt gebruikt in de
Notitie. Dat is het gevolg van het feit dat voortschrijdend inzicht tot de conclusie
heeft geleid dat de nu opgenomen omschrijving beter voldoet aan de bedoelingen
die bij het formuleren van hetgeen in de Notitie is te lezen hebben bestaan,
waarmee de nu opgenomen omschrijving bijdraagt aan de helderheid waaraan een
(Model-)Subsidieverordening, gelet op haar praktische bruikbaarheid, dient te
voldoen.
Voor wat betreft de omschrijving onder g. van het begrip Onderneming kan nog
worden opgemerkt dat deze, zoals ook volgt uit de brieven van de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 juli 2001 en de
Directeur-Generaal Milieubeheer van zijn ministerie van 5 februari 2002, mede
aansluit bij de omschrijving van dit begrip zoals die in de jurisprudentie in kader van