BIJLAGE behorende bij vraag A, onderdeel Onderneming.
Voldoet u aan de criteria van een MKB-bedrijf?
Deze vraag kunt u beantwoorden aan de hand van de vastgestelde definities van de kleine en
middelgrote ondernemingen en die hieronder zijn weergegeven.
(Bron: Publicatieblad Europese Commissie van de Europese Gemeenschappen L 107, 30 april 1996,
bijlage "Door de Commissie vastgestelde definities van de kleine en middelgrote ondernemingen",
artikel 1, leden 1, 3, 6, 7 en 8)
1. De kleine en middelgrote ondernemingen, hierna "KMO's" genoemd, worden omschreven als
ondernemingen:
- met minder dan 250 werknemers,
- en waarvan
ofwel de jaaromzet 40 miljoen ecu niet overschrijdt,
ofwel het jaarlijkse balanstotaal 27 miljoen ecu niet overschrijdt en
- die het zelfstandigheidscriterium in acht nemen zoals dit onder 3. is omschreven.
3. Als "zelfstandig" wordt beschouwd de onderneming die niet voor 25% of meer van het kapitaal of
van de stemrechten in handen is van één onderneming of van verscheidene ondernemingen gezamenlijk
die niet aan de definitie van de KMO of van de kleine onderneming, naar gelang van het geval,
beantwoorden. Deze drempelwaarde mag in twee gevallen worden overschreden:
- indien de onderneming in handen is van openbare participatiemaatschappijen, van ondernemingen van
risicokapitaal of van institutionele beleggers, mits deze individueel noch gezamenlijk in enig opzicht
zeggenschap over de onderneming hebben;
- indien het wegens de spreiding van het kapitaal onmogelijk is te weten in wiens handen het is, en de
onderneming verklaart dat zij redelijkerwijs mag aannemen niet voor 25% of meer in handen te zijn
van
één onderneming of van verscheidene ondernemingen gezamenlijk die niet aan de definitie van de
"KMO" of van de kleine onderneming, naar gelang van het geval, beantwoorden.
6. Indien ondernemingen op de balansdatum boven of onder de aangegeven werknemersdrempels of
financiële maxima blijven, verkrijgen, respectievelijk verliezen, zij de hoedanigheid van "KMO",
"middelgrote onderneming", "kleine onderneming", of "micro-onderneming" eerst indien die
omstandigheid zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet.
7. Het aantal werknemers komt overeen met het aantal jaar-arbeidseenheden (JAE), zijnde het aantal
gedurende een jaar voltijds werkende werknemers, waarbij deeltijdwerkers en seizoenarbeiders in
fracties van JAE worden uitgedrukt. Het in aanmerking te nemen referentiejaar is het laatste afgesloten
boekjaar.
8. De voor de omzet en het balanstotaal te hanteren drempels zijn die welke betrekking hebben op het
laatste afgesloten boekjaar van twaalf maanden. Bij recent opgerichte ondernemingen waarvan de
jaarrekening nog niet is afgesloten, dienen de in aanmerking te nemen bedragen te worden bepaald door
middel van een in de loop van het boekjaar te goeder trouw gemaakte schatting.