Hoofdstuk 7 Investeringssubsidie
Artikel 7:1 doel en reikwijdte
1. Doel van de investeringssubsidie is het leveren van een bijdrage aan het oprichten van een
voorziening en/of de eerste aanschaf en/of het aanbrengen van voorzieningen, niet primair
noodzakelijk voor de uitvoering van de sportactiviteiten, maar die bijdragen aan een
verbetering van het functioneren van de sportvereniging.
2. Subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitsluitend de volgende kosten:
a. De eerste oprichting van een clubhuis, kantine, bestuurskamer, en/of instructielokaal voor
de sportvereniging.
b. De, vanwege een groeiend ledenaantal noodzakelijke uitbreiding van de voorzieningen
onder a.
c. De eerste investeringen in inventaris ten behoeve van de voorzieningen onder a.
d. Het aanbrengen van aanpassingen ten behoeve van minder validen aan de voorzieningen
onder a.
Artikel 7:2 aanvraag
1. Subsidie kan slechts worden toegekend als hiertoe, door middel van een subsidieverzoek
wordt verzocht.
2. Op de vóór 1 maart ingekomen verzoeken om investeringsubsidie, beslissen burgemeester en
wethouders vóór 1 juni daaraanvolgend; op de vóór 1 september ingekomen verzoeken,
beslissen burgemeester en wethouders vóór 1 december daaraanvolgend.
3. Bij behandeling van verzoeken om subsidie krachtens deze titel wordt indien nodig, de
volgende prioriteitsvolgorde gehanteerd:
a. verzoeken om subsidie, ingediend door verenigingen aan wie nog niet eerder een
investeringssubsidie werd verleend.
b. verzoeken om subsidie ingediend door verenigingen aan wie reeds eerder een
investeringssubsidie werd verleend.
4. Indien en voor zover, de betreffende voorziening wordt of is gesitueerd op een perceel grond:
a. behorend tot de eigendom van de gemeente Breda, dient met betrekking tot de
ondergrond van de betreffende voorziening ten behoeve van de subsidieaanvragende
vereniging het recht van erfpacht gevestigd te zijn, eventueel gecombineerd met het recht
van opstal met betrekking tot de voorziening.
b. behorend noch tot de eigendom van de gemeente Breda, noch tot de eigendom van de
subsidieaanvragende vereniging, dient met betrekking tot die voorziening ten behoeve
van de subsidieaanvragende vereniging het recht van opstal gevestigd te zijn, eventueel
gecombineerd met het recht van erfpacht met betrekking tot de ondergrond van de
betreffende voorziening, een en ander voor een periode, gelijk aan de gemiddelde
levensduur van de betreffende voorziening.
Artikel 7:3 subsidievorm
1Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag, maximaal gelijk aan eenderde gedeelte
van de door burgemeester en wethouders aanvaardbare kostenbestanddelen.
2. Wanneer het gebruik of de bestemming van de accommodatie binnen 10 jaar na
subsidiebeschikking wijzigt, dient naar rato de subsidie te worden terugbetaald.
3. De werkzaamheden, verband houdende met de investering ten aanzien waarvan het
subsidiebedrag voorlopig is verleend, dienen binnen een jaar na de dagtekening van de
beslissing waarbij het subsidiebedrag voorlopig is verleend, te zijn voltooid.
4. Burgemeester en wethouders verlengen de in het derde lid genoemde termijn met één jaar,
indien de vereniging aantoont dat zij door omstandigheden buiten haar schuld gelegen niet
aan het bepaalde in het derde lid heeft kunnen voldoen en de voltooiing van de
werkzaamheden alsnog binnen een jaar zal geschieden.
Bijzondere Beleidsregels Subsidieverstrekking Sportstimulering 2004
6