2.6
2.3
De deelnemers geven aan het openbaar lichaam de kaders aan van hun beleid, welke
voor de uitvoering van de taken door het openbaar lichaam van belang zijn. Zij geven
binnen deze regeling gezamenlijk vorm aan een regionaal KCV-beleid.
2.4
De reikwijdte van de regeling ligt in de samenwerking van de deelnemers bij de
invulling van de diverse bevoegdheden en verantwoordelijkheden, die aan a, b en c
van lid 2 ten grondslag liggen. Daarbij ligt het accent op het uitvoeren van de
besluiten die de deelnemers aan de regeling gezamenlijk hebben genomen, de door
hen aan de regeling op te dragen taken, evenals op de beleidsafstemming die deze
uitvoering vraagt.
2.5
De deelnemers handelen bij het uitvoeren van deze regeling ten opzichte van elkaar
met zorgvuldigheid en met respect voor eikaars belangen.
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. De deelnemers heroverwegen de
regeling uiterlijk drie jaar na aanvang. Daarbij zijn in ieder geval van belang de
wederzijdse verantwoordelijkheden van de deelnemers, de effectiviteit, organisatie
en waarde voor de deelnemers en de relatie tussen CVV en het overige openbaar
vervoer. Op grond van de heroverweging kan elk van de deelnemers besluiten zijn
deelname al dan niet voort te zetten of voorstellen te doen tot wijziging van de
regeling of tot beëindiging van de regeling. De artikelen 16, 17 en 18 van deze
regeling blijven van toepassing.
Artikel 3 Taken en verantwoordelijkheden van het openbaar lichaam
3.1.
De wederzijdse bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de deelnemers binnen
de samenwerking zijn de volgende:
A. De gemeenten zijn bevoegd over het vervoer in het kader van de Wet
voorzieningen gehandicapten.
B. De provincie en de gemeente Breda zijn bevoegd en verantwoordelijk voor het
cvv. De provincie voor zover dit niet het vervoer van Wvg-vervoersgerechtigden
betreft. De provincie brengt de besluitvorming over een deel van de beschikbare
middelen voor CVV in in de gemeenschappelijke regeling, ter besluitvorming aan
de deelnemers behoudens Breda.
C. De provincie en de gemeente Breda zijn bevoegd en verantwoordelijk voor
respectievelijk het interlokale en lokale openbaar vervoer.
GR KCV West-Brabant 2003, versie tbv besluitvorming gemeenten en provincie