12.2.
-12-
11.3
De jaarrekening en het verslag worden gelijktijdig aan de bestuurscolleges van de
deelnemers toegezonden, die - binnen zes weken na ontvangst daarvan - schriftelijk
bezwaren kunnen indienen bij het dagelijks bestuur Het algemeen bestuur stelt de
jaarrekening, waarin opgenomen het exploitatietekort op het vervoer, na 1 juni en
uiterlijk vóór 1 juli vast. Het besluit tot vaststelling van de jaarrekening strekt -
voorzover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft - het dagelijks
bestuur tot décharge, behoudens later gebleken onregelmatigheden of valsheid in
de stukken waarop de jaarrekening is gebaseerd.
11.4
Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling,
doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de
jaarrekening betrekking heeft, aan de minister van Binnenlandse Zaken.
11.5
Het algemeen bestuur stelt vast op welke wijze overschotten en tekorten met de
deelnemers worden verrekend.
Artikel 12 Financiële bepalingen
12.1 .
Er moet onderscheid gemaakt worden in:
a. de exploitatie van het vervoerssysteem
b. de kosten van het openbaar lichaam
c. intekentaken
De kosten van de exploitatie van het vervoerssysteem welke voor rekening van de
deelnemers komen bedragen het saldo van de verplichtingen uit de
vervoersovereenkomst(en) onder vermindering van de bijdragen van derden en
andere externe financieringsbronnen.
12.3
De kosten van het openbaar lichaam worden naar rato van het inwonertal over de
gemeenten verdeeld, na aftrek van de bijdrage in de beheerskosten door de
provincie. De bijdrage van de provincie bedraagt een derde deel van de kosten van
het openbare lichaam.
12.4
De kosten van de intekentaken worden begroot en vastgesteld in overeenstemming
met artikel 3.4 van deze regeling. De kosten komen geheel ten laste van de
deelnemers welke de intekentaken hebben opgedragen.
GR KCV West-Brabant 2003, versie tbv besluitvorming gemeenten en provincie