14.3
Artikel 15 Toetreden
15.1
15.2
15.3
15.4
15.5
15.6
15.7
-14-
Overschrijding van een betalingstermijn door een of meerdere gemeenten of door
de provincie van een factuur op grond van vermoede inhoudelijke onjuistheid van die
factuur geeft de gastgemeente niet het recht zijn prestaties op te schorten of te
beëindigen.
Indien een adequate aansluiting op het bestaande vervoerssysteem mogelijk is, kan
een gemeente toetreden tot deze gemeenschappelijke regeling. Toetreding
geschiedt door toezending aan het algemeen bestuur van een daartoe strekkend
besluit van de onderscheiden bestuursorganen van de gemeente.
In overleg met de toetredende gemeente stelt het algemeen bestuur de
voorwaarden vast waaronder toetreding tot de regeling mogelijk is. Het dagelijks
bestuur maakt daartoe de benodigde afspraken en voert daartoe het nodige overleg.
In ieder geval dient de toetredende gemeente direct, via een van de deelnemers of
via het openbaar lichaam een (nagenoeg) zelfde vervoersovereenkomst met-de
vervoerder af te sluiten als de andere deelnemers.
Het algemeen bestuur zal de financiële gevolgen van de toetreding in beeld brengen
en deze ter instemming toezenden aan de deelnemers.
De toetredende gemeente zal een bijdrage voor de ontwikkelingskosten van het CVV
in rekening worden gebracht; deze bijdrage zal met inachtneming van het
voorafgaande vastgesteld worden door het algemeen bestuur en worden opgenomen
in de begroting.
De deelnemers zullen hun besluit binnen 6 weken na ontvangst van het verzoek om
instemming schriftelijk aan het algemeen bestuur kenbaar maken. De instemming zal
niet zonder redelijke grond worden geweigerd.
De toetreding treedt in werking direct nadat de daartoe strekkende besluiten van
de onderscheiden bestuursorganen van de deelnemers zijn ingeschreven in het
register als bedoeld in artikel 27 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen,
tenzij het besluit een latere datum aangeeft.
GR KCV West-Brabant 2003, versie tbv besluitvorming gemeenten en provincie