Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 20852] Dienst/afdeling: RO Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 6 Aantal bijlagen: Voorstel tot het afwijzen van een verzoek om bestemmingsplanherziening ex artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van de locatie O vervel dsestraat 10 te Prinsenbeek. Door mevrouw C. Mathijssen, Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek is uw raad schriftelijk verzocht medewerking te verlenen aan de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek voor de locatie Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek. Mevrouw Mathijssen zou de huidige bestemming van de locatie graag gewijzigd zien in een bestemming ten behoeve van het kunnen organiseren van dagrecreatieve activiteiten alsmede bijbehorende horecafaciiiteiten. Het verzoek van mevrouw Mathijssen is ondersteund door vele schriftelijke steunbetuigingen uit met name Prinsenbeek. Te besluiten tot het afwijzen van het verzoek om herziening van het bestemmingsplan Buitengebied voor de locatie Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek. De betreffende locatie ligt binnen het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door uw raad op 31 augustus 2000, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 10 april 2001 en onherroepelijk geworden bij besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 november 2002. In dit bestemmingsplan is ten behoeve van het gebouwencomplex op die locatie een bestemming "Agrarisch bouwvlak" opgenomen en ten behoeve van de overige gronden de bestemming "Agrarisch gebied". Ten aanzien van deze bestemmingen is in het bestemmingsplan verder onder andere opgenomen dat de gronden en de opstallen alleen gebruikt mogen worden overeenkomstig hun agrarische bestemming. Het gebruik van de opstallen en de gronden voor andere dan agrarische activiteiten is derhalve niet toegestaan. In de procedure voor de totstandkoming van het voornoemde bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek is via een inspraakreactie, zienswijzen bij de gemeenteraad en bedenkingen bij Gedeputeerde Staten is door mevrouw Mathijssen tegen het plan geageerd en gepoogd te bewerkstelligen de bestemming gewijzigd te krijgen in een recreatieve bestemming. In elke fase van de procedure is door de betreffende instanties gemotiveerd aangegeven waarom niet aan het verzoek van mevrouw Mathijssen kon worden meegewerkt. Kortheidshalve willen wij dan ook daarnaar verwijzen. Afschriften* van de verschillende hierop betrekking hebbende stukken treft u in de omslag ter inzage aan. In het verzoek om planherziening als hiervoor bedoeld vraagt mevrouw Mathijssen feitelijk hetzelfde als tijdens de bestemmingsplanprocedure is verzocht middels de schriftelijke reacties in de diverse fasen van het bestemmingsplan. In de periode tussen het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan en het verzoek om vrijstelling hebben zich echter geen feiten of omstandigheden voorgedaan die een wijziging van het eerder door uw raad in deze zaak ingenomen standpunt zouden rechtvaardigen. De vestiging van niet aan het agrarisch gebied gebonden activiteiten mogen op grond van het Streekplan Noord-Brabant niet worden toegestaan. Handhaving van de agrarische functie heeft de voorkeur. Mogelijkheden tot wijziging van de functie van voormalige agrarische bedrijfscomplexen zijn in het Streekplan opgenomen en dit is verder vertaald in het voornoemde bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek. Wijziging naar woondoeleinden of functies aan de agrarische sector verwant is onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Wijziging van de functie naar een recreatieve functie, als door mevrouw Mathijssen bedoeld, behoort in ieder geval niet tot de mogelijkheden. Voorgesteld wordt dan ook, gelet op het vorenstaande, het verzoek van mevrouw Mathijssen tot herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek voor de locatie Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek af te wijzen. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 141