Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 20749] Dienst/afdeling: RO Wel was het college van burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen voor het bouwen van bouwwerken, geen woningen zijnde, welke uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering ter plaatse noodzakelijk zijn, zoals veldschuren, schuilgelegenheden en melkstallen. De oppervlakte van de bouwwerken mocht maximaal 150 m2 de goothoogte maximaal 4 meter en de nokhoogte maximaal 6 meter bedragen. Zoals hiervoor reeds gesteld zijn verzoekers van oordeel dat door de realisering van een tweetal appartementengebouwen hun woningen sterk in waarde zullen dalen. De gronden zijn feitelijk nog niet bebouwd maar de bouw is planologisch wel mogelijk gemaakt. Verzoekers zijn van oordeel dat door de wijziging van het karakter van de omgeving, de toename van de bebouwingsmogelijkheden, de verzwaring van de gebruiksmogelijkheden en de intensivering van het woon- en leefklimaat hun woningen als gevolg van de wijziging van de planologie aan situeringswaarde hebben ingeboet. In het bestemmingsplan Kraaijenberg is aan de gronden direct aansluitend aan het Hertespoor 6 en de Annevillelaan 61 de bestemming "Woondoeleinden Ws" gegeven. De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor woondoeleinden in gestapelde vorm. De gronden verder verwijderd van de woningen van verzoekers zijn bestemd respectievelijk "Woondoeleinden Wo" (vrijstaand en half vrijstaand met twee bouwlagen) en "Woondoeleinden Wg" (aaneengesloten in maximaal één bouwlaag). De bebouwingsvlakken van de nog te realiseren bestemming "Woondoeleinden Ws" liggen op een afstand van ongeveer 55 meter en ongeveer 75 meter uit de voorgevel van het pand van de heer van Oort, waarbij het meest dichtbij gelegen gebouw recht ten opzichte van de woning Hertespoor 6 is gesitueerd. Het verder gelegen gebouw komt enigszins schuin ten opzichte van de woning van de heer van Oort te liggen. Met betrekking tot de situering van de bebouwingsvlakken ten opzichte van de woning Annevillelaan 61 bedragen de afstanden ongeveer 80 meter en ongeveer 70 meter uit de zijgevel van de woning van de heer Olde Wolbers. Het meest dichtbij gelegen gebouw is schuin ten opzichte van de woning gesitueerd en het verder gelegen gebouw recht tegenover de zijgevel. Bij de beoordeling van de verzoeken komt aan de orde of er sprake is van een wijziging van het planologisch regime. Hiertoe dient de in het geding zijnde planologische maatregel te worden vergeleken met het voorheen geldende planologische regime, waarbij in aanmerking moet worden genomen de maximale invulling van de planologische mogelijkheden, ongeacht of realisering ervan heeft of zou hebben plaatsgevonden. Verzoekers stellen dat de bouw van twee appartementengebouwen in de directe omgeving van hun woningen het woongenot zal aantasten, waardoor hun onroerend goed in waarde zal dalen. In casu dient er een vergelijking te worden gemaakt tussen het regime van het bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken 1980 en het bestemmingsplan Kraaijenberg. Zoals hiervoor reeds gesteld had de grond gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Nieuw- Ginneken 1980 een agrarische bestemming, waarop slechts bouwwerken tot een maximale nokhoogte van 6.00 meter ten dienste van een agrarische bedrijfsvoering konden worden opgericht met een totale oppervlakte van 150 m2. Thans heeft het betreffende gebied in het geldende bestemmingsplan Kraaijenberg een woondoeleindenbestemming en zullen twee appartementengebouwen verrijzen met een goothoogte van 8,5 meter, bestaande uit vier bouwlagen en een nokhoogte die niet is vastgesteld en waarbij slechts is aangegeven dat de dakopbouw terugliggend dient te zijn. Met toepassing van de bouwverordening zou een hoogte van de gebouwen tot 15 meter zijn toegestaan. De nieuwe planologische situatie heeft voor verzoekers tot gevolg dat het gebruik van de gronden tegenover en ten oosten van hun onroerend goed gewijzigd wordt. De nieuwe bestemming zal tot een veel intensiever gebruik van de gronden leiden. Verzoekers zullen worden geconfronteerd met een toename van de (geluids)-overlast door meer verkeersbewegingen en meer drukte in de omgeving van de woningen. De Annevillelaan zal intensiever gebruikt gaan worden nu er een nieuwe woonwijk achter ligt. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 49