Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 20810] Dienst/afdeling: VWLZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Landelijke regelgeving Agendapuntnummer: 1q Aantal bijlagen: - 2 - Subsidieregeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2003. Met de besluitvorming neergelegd in college-omslag 15232 (mei 2001) is voor de periode 2001/2002 door middel van een eenmalige subsidieregeling, gekozen voor een extra financiële stimulans aan de kinderopvanginstellingen in de gemeente Breda tot het realiseren van 340 opvangplaatsen. Die stimulans werd gegeven in de vorm van een eenmalige investeringsbijdrage per kinderopvangplaats. Deze gemeentelijke subsidieregeling was gebaseerd op de regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb) van het ministerie van SZW. De werkingsduur van deze rijksregeling is verlengd tot 31 december 2003. In het kader van deze verlenging zijn voor 2003 gelden ontvangen voor een verdere uitbreiding van de kinderopvangplaatsen. Op basis van de van het Rijk ontvangen subsidiegelden bestaat nu opnieuw het voornemen tot het verlenen van een eenmalige investeringsbijdrage per kinderopvangplaats. De uitvoering van dit voornemen noodzaakt tot het vaststellen van een subsidieregeling, hetgeen aan de gemeenteraad is voorbehouden. 1. De "subsidieregeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2003" vaststellen. De Rijksregeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb) met een werkingsduur van 1997 tot en met 2002 bood gemeenten een mogelijkheid om door middel van ondersteunende financiering van kinderopvanginstellingen een forse uitbreiding van opvangplaatsen te bewerkstelligen. De werkingsduur van deze Rijksregeling liep door tot 31 december 2002 en zou aansluiten op de inwerkingtreding van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang. Door het uitstel van de invoering van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang naar 1 januari 2004 is besloten tot verlenging van de regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang van het ministerie van SZW tot 31 december 2003. Inmiddels is besloten tot verder uitstel van de invoering van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang naar 1 januari 2005. In het kader van deze eerste verlenging heeft het kabinet voor 2003 extra middelen beschikbaar gesteld voor het landelijk realiseren van nog maximaal 10.000 extra kindplaatsen. Voor de toekenning van deze plaatsen is gebruik gemaakt van een ramingsmodel, ontwikkeld door het SCP op basis van de meest recente monitor gegevens. Daarbij is gekeken welke gemeenten, die op basis van een aantal relevante kenmerken vergelijkbaar zijn, de grootste opvangcapaciteit hebben. Deze gemeenten worden "best practice" gemeenten offrontiers" genoemd en dienen als uitgangspunt voor de groei (behoefte) van andere gemeenten met dezelfde relevante kenmerken, maar met minder kindplaatsen. De 10.000 extra kindplaatsen worden verhoudingsgewijs over alle gemeenten verdeeld, die nog niet aan de resultaten van de frontiergemeenten voldoen. Naast deze extra gelden voor in 2003 nieuw gerealiseerde opvangplaatsen heeft het Rijk in 2003 ook een instandhoudingbijdrage verstrekt voor opvangpaatsen welke op 1 januari 2003 reeds waren gerealiseerd en gedurende het jaar in stand worden gehouden. De instandhoudingbijdrage per opvangplaats is in 2003 gelijk aan de uitbreidingsbijdrage per opvangplaats. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 59