Procedure en tijdpad ten behoeve van de subsidieregeling uitbreiding kinderopvang
en buitenschoolse opvang Breda 2003
1. Algemene informatie
Op basis van het besluit van 8 oktober 2002, van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid tot wijziging van de Regeling uitbreiding Kinderopvang en Buitenschoolse opvang
(Rkb) in verband met verlenging van deze regeling, is aan gemeenten een uitkering verleend voor een
verdere uitbreiding van 10.000 opvangplaatsen.
De gemeente Breda heeft van het Rijk middelen ontvangen voor een extra uitbreiding met 160
opvangplaatsen. Naast deze uitbreidingsgelden heeft de gemeente Breda tevens een uitkering
ontvangen voor de instandhouding van reeds gerealiseerde opvangplaatsen. Deze gelden mogen ook
ingezet worden voor de instandhouding van reeds gerealiseerde kinderopvangplaatsen die door
autonome groei tot stand zijn gekomen. Om nu zoveel mogelijk aanbieders te betrekken bij de
capaciteitsuitbreidingen heeft de gemeente besloten om eenmalige subsidies toe te kennen voor de
nieuw gerealiseerde opvangplaatsen in 2002 en 2003.
De toewijzing van deze eenmalige subsidies gebeurt binnen de kaders van de "subsidieregeling
uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2003". Deze subsidieregeling volgt op de
"subsidieregeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2001".
Daarbij is van belang dat deze subsidieregeling ook gezien moet worden in het licht van de verlenging
van de Rkb. Om die reden worden aanvragers/kinderopvanginstellingen die reeds eerder in
aanmerking zijn gekomen voor een subsidie in het kader van de subsidieregeling uitbreiding
kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2001 nu van het recht op subsidie uitgesloten.
Hiermede wordt bereikt dat met name nieuwe aanbieders op de markt een meer gelijke
startkwalificatie met de reeds bestaande aanbieders bereiken. Ook past dit beter in een systeem van
open concurrentie en transparante inzet van overheidsmiddelen.
1.1. Wie komt in aanmerking voor subsidie?
Iedere instelling die:
1voldoet aan de voorwaarden voortkomende uit de Subsidieregeling uitbreiding kinderopvang en
buitenschoolse opvang 2003 en;
2. tijdig het aanvraagformulier met bijlagen volledig ingevuld indient en;
3. niet in aanmerking is gekomen voor een subsidie op basis van de subsidieregeling uitbreiding
kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2001;
komt in aanmerking voor een eenmalige subsidie.
1.2. Welke opvangplaatsen komen in aanmerking voor subsidie?
Gezien de huidige situatie wordt niet langer uitgegaan van een specifieke verdeling van
opvangplaatsen over de diverse districten. Uitgaande van alle tot op heden gerealiseerde
opvangplaatsen in de gemeente Breda, heeft de gemeente op basis van het rapport "behoefte aan
kinderopvang in Breda 1999-2010" met betrekking tot de kinderdagverblijven inmiddels de berekende
behoefte in 2010 volledig gerealiseerd. Met betrekking tot de buitenschoolse opvang is de berekende
behoefte in 2006 inmiddels wel gerealiseerd, doch de berekende behoefte in 2010 nog niet volledig.
Hoewel de gemeente de berekende behoefte inmiddels bijna volledig bereikt heeft, blijft de gemeente
op basis van het door het Nyfer opgestelde rapport "atlas der gemeenten" met de aantallen
gerealiseerde kinderopvangplaatsen onder het berekende landelijke gemiddelde (bron betreft de
monitor van het Netwerkbureau Kinderopvang).
Er is dan ook voor gekozen om gelden in het kader van de Rkb daadwerkelijk in te zetten voor de
ondersteuning van een verdere uitbreiding van opvangplaatsen. Deze ondersteuning wordt nu
geboden aan die kinderopvanginstellingen die niet in aanmerking zijn gekomen voor subsidie op
grond van de subsidieregeling kinderopvang en buitenschoolse opvang Breda 2001. Op deze wijze
wordt bereikt dat de beschikbare gelden zo gelijkmatig mogelijk over alle kinderopvanginstellingen in
de gemeente kunnen worden verdeeld.