1.3.
De hoogte van de subsidie
De gemeente Breda heeft voor 2003 de beschikking over een subsidiebudget van 282.976,-. Dit
bedrag kan aangewend worden voor alle in de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december
2003 te realiseren of reeds gerealiseerde opvangplaatsen overeenkomstig de bepalingen van de
gemeentelijke regeling uitbreiding Breda 2003. De subsidie kan per opvangplaats nooit hoger zijn dan
1768,-. Indien er aanvragen voor meer dan 160 te realiseren opvangplaatsen kunnen worden
gehonoreerd, wordt de subsidie per opvangplaats naar rato verdeeld over alle in aanmerking
komende plaatsen.
Na vaststelling van de hoogte van de subsidie voor de opvangplaatsen die in 2003 zijn/worden
gerealiseerd, wordt het subsidiebedrag voor de reeds in 2002 gerealiseerde opvangplaatsen op een
gelijk bedrag vastgesteld.
Daarbij is tevens nog bepaald dat de subsidie slechts verstrekt wordt indien er per accommodatie
minimaal 12 opvangplaatsen worden gerealiseerd. Tevens wordt de subsidie per accommodatie voor
maximaal 60 opvangplaatsen toegekend.
Indien na afloop van het jaar 2003 duidelijk wordt dat opvangplaatsen niet feitelijk zijn gerealiseerd,
vindt geen herverdeling van de middelen plaats.
Voor het begrip gerealiseerde opvangplaats wordt verwezen naar het begrippenkader zoals dit in de
subsidieregeling zelf is opgenomen.
1.4. Bepalingen ten aanzien van de locaties waarin de activiteiten worden uitgevoerd.
Binnen deze subsidieverlening wordt er vanuit gegaan dat de aanvragende kinderopvangorganisaties
(startende) bedrijven zelf een erkende locatie en accommodatie organiseren waarin zij de
opvangplaatsen willen realiseren. Deze locaties moeten zo snel mogelijk, maar uiterlijk 31-12-2003,
geschikt zijn voor exploitatie en voorzien zijn van een vergunning Kinderopvang. In het kader van de
Rkb is een opvangplaats pas geschikt voor exploitatie indien de ruimtelijke, personele en
organisatorische voorzieningen getroffen zijn.
Daarbij dient goed rekenschap gegeven te worden van het feit dat de noodzakelijke vergunning op
basis van de Verordening Kinderopvang 2003 slechts dan kan worden afgegeven indien de
bouwvergunning en de gebruiksvergunning aanwezig zijn. Er kan niet langer volstaan worden met het
feit dat de betreffende vergunningen zijn aangevraagd. Geadviseerd wordt dan ook om de vergunning
op grond van de verordening kinderopvang zo tijdig mogelijk aan te vragen.
1.5. De voorwaarden
De aanvrager dient in ieder geval te voldoen aan de volgende voorwaarden:
1Het beschikken over een geldige vergunning op grond van de van toepassing zijnde Verordening
Kinderopvang van de gemeente Breda en
2. Te voldoen aan de van toepassing zijnde Verordening Kinderopvang en de bijbehorende Nadere
regels Kindercentra
3. Het bezitten van rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht en
3. Ingeschreven te staan in het Stichtings- en c.q. Handelsregister en
4. Te werken op basis van de CAO "kinderopvang" en
5. Te beschikken over een pedagogisch beleidsplan of over op schrift gestelde pedagogische
uitgangspunten en
6. Inspraak te verlenen aan ouders/verzorgers van de kinderen die opgevangen worden
(cliëntenraad) en
7. Te voldoen aan de kwalitatieve criteria zoals bedoel in bijlage 1 die bij deze regeling is
opgenomen.
1.6 De keuze aan wie subsidie wordt verstrekt
De subsidieverstrekking is vastgelegd in de "Subsidieregeling uitbreiding kinderopvang en
buitenschoolse opvang Breda 2003".