Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 21242] Dienst/afdeling: RO 3. In het plan is onvoldoende zekerheid geboden voor de uitwerking en inrichting van de in het plan opgenomen groenvoorziening. Onduidelijk is hoe de gemeente de binnentuin wenst te bewerkstelligen. 4. Nu geen duidelijkheid kan worden gegeven van de manier waarop de waterhuishoudingsproblemen zullen worden opgelost kan volgens bezwaarmakers geen bestemmingsplan op zorgvuldige wijze worden opgesteld. Vast dient te staan hoe het probleem aangepakt gaat worden. Juist nu moet de kans worden aangegrepen deze problemen adequaat aan te pakken. 1. Het is inderdaad altijd de bedoeling geweest om de ontwikkeling van het totale gebied ter hand te nemen. Gebleken is echter dat dit vanuit exploitatietechnische overwegingen niet mogelijk is. De kans doet zich nu voor om een gedeelte van het gebied, passend binnen de hiervoor opgestelde structuurvisie, in ontwikkeling te brengen. De onderhavige ontwikkeling is opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan Druivenstraat. 2. Naar aanleiding van een inspraakreactie in het kader van het vrijstellingsverzoek ex artikel 19, lid 1 WRO voor het bouwen van 5 kantoren ter plaatse is de situatie nader bekeken. Vanuit dit onderzoek is besloten voor de Druivenstraat een verkeersbesluit te nemen in die zin dat zowel in de bocht als aan de andere zijde vanaf de Frankenthalerstraat een parkeerverbod wordt ingesteld. Hierdoor zal de bereikbaarheid van de Druivenstraat verbeteren en daarmee ook de doorstromingsproblemen zijn verholpen. Hierdoor zal ook de situatie overzichtelijker worden waardoor ook de verkeersveiligheid in het gebied zal toenemen. Bij het vaststellen van de parkeernorm voor de op te richten kantoren is uitgegaan van een landelijk gehanteerde norm voor dit soort lokaal gerichte kantoorgebouwen. Deze normen zijn ontstaan uit ervaringscijfers in soortgelijke situaties. De verwachting is dan ook dat met de gehanteerde norm en het daardoor geplande aantal parkeerplaatsen per kantoorgebouw voldoende parkeergelegenheid aanwezig zal zijn en er geen extra parkeerdruk zal ontstaan op de omgeving. 3. in het bestemmingsplan is het maximale opgenomen wat mogelijk was. Uit overleg met de ontwikkelaar is vastgesteld dat de inrichting van het gebied in nauwe samenwerking met de nieuwe eigenaren/huurders van de te bouwen kantoorgebouwen zal gaan gebeuren. Bij de verdere uitwerking en inrichting van het betreffende gebied zal dan rekening moeten worden gehouden met hetgeen hierover in het bestemmingsplan is aangegeven (niet openbaar gebied). 4. Het is bij de gemeente bekend dat in het gebied de waterhuishouding voor problemen zorgt. In het ontwerp van het bestemmingsplan Druivenstraat, dat inmiddels ter inzage is gelegd is hiermee rekening gehouden en is een extra waterbergende capaciteit gepland tussen de bestaande bebouwing en de nieuwe bebouwing evenwijdig aan de spoorlijn. Bovendien zijn er plannen om geïntegreerd in de groenvoorziening achter de geplande kantoren een waterloop te realiseren ten behoeve van de afvoer en berging van overtallig water. Hierover zal overleg worden gevoerd. Conclusie. Zienswijze ongegrond. 2. Boekei de Nerée namens Reeburg Vastgoed III BV. Inhoud zienswijze. In het ontwerp bestemmingsplan is de plangrens in verband met een mogelijke uitbreiding van de ter plaatste aanwezige spoorlijn aanzienlijk verschoven. Dit is tegen de gemaakte afspraken in. Hierdoor is ook het bebouwingsvlak aanzienlijk kleiner geworden. Hierdoor worden de plannen van bezwaarmaker in ernstige mate gefrustreerd. Een en ander is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Er is niets gebleken van gewijzigde omstandigheden die een dergelijke wijziging noodzakelijk maken. Bovendien zijn de plannen voor de uitbreiding van het spoor uitermate onzeker en zullen wellicht nimmer worden uitgevoerd. Het gaat volgens bezwaarmaker te ver om thans rekening te houden met een toekomstige (zeer) onzekere ontwikkeling welke ten koste gaat van de ontwikkelingen van bezwaarmaker. Verzocht wordt het plan vast te stellen conform het voorontwerp. Beoordeling. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 34