Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 21276] Dienst/afdeling: RO Betreft: inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 7 Aantal bijlagen: Het afwijzen van een verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van de heer M.H.M. Gimbrère, Ulvenhoutselaan 123 bis te Breda. Door Nauta Dutilh te Rotterdam is namens de heer M.H.M. Gimbrère, Ulvenhoutselaan 123 bis te Breda, op 12 november 2001 een verzoek* om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingediend. Verzoeker is van oordeel door de vaststelling van het bestemmingsplan Breda-Zuid schade te lijden in de vorm van waardevermindering van zijn onroerend goed. In de vergadering van 18 april 2002* heeft ons college het verzoek ontvankelijk verklaard en voor het uitbrengen van advies aan uw raad in handen gesteld van de schadebeoordelingscommissie de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam. Op 15 april 2003 is het definitieve advies van de schadebeoordelingscommissie ingekomen en voor uw raad ter inzage gelegd. Te besluiten tot het afwijzen van het verzoek om planschadevergoeding van de heer M.H.M. Gimbrère, Ulvenhoutselaan 123 bis te Breda, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept raadsbesluit. Het pand Ulvenhoutselaan 123 bis met bijbehorende opstallen en gronden is gelegen in het bestemmingsplan "Breda-Zuid". Dit bestemmingsplan werd door uw raad vastgesteld in de vergadering van 22 oktober 1998 en door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 8 juni 1999 (ged.) goedgekeurd. Bij besluit van 14 november 2000 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. In het bestemmingsplan Breda-Zuid zijn de gronden ter plaatse van de woning Ulvenhoutselaan 123 bis en de directe omgeving bestemd tot "Woongebied". De overige tot het perceel Ulvenhoutselaan 123 bis behorende gronden zijn bestemd tot "Natuurgebied". Wij hebben voor uw raad de bij de hiervoor genoemde bestemmingen behorende planvoorschriften alsmede een afdruk van een gedeelte van de plankaart in het agenda-dossier ter inzage gelegd. Bij besluit van 4 december 1974 werd vergunning verleend tot het verbouwen van de oorspronkelijke boerderij tot woonhuis. In de betreffende bouwvergunningsaanvrage werd destijds bij "bestemming na voltooiing vermeld: "voor zelfbewoning met bedrijfsruimte voor het houden van pluim- en kleinvee en 4 paarden (geen zakelijke doeleinden). Belanghebbende is op 30 december 1988 eigenaar geworden van de percelen kadastraal bekend gemeente Ginneken, sectie D, nummers 2651, 2660,2662 en 2683. Op 3 september 1990 is hij ook eigenaar geworden van de percelen sectie D nummers 2647, 2661 en 2841De totale oppervlakte van het onroerend goed van belanghebbende is groot 4.40.45 ha. Een overzichtskaart waarop de percelen zijn aangegeven is voor uw raad ter inzage gelegd. In het voorheen geldende bestemmingsplan "Wolfslagtiend" waren de gronden van belanghebbende ter plaatse van de woning en de directe omgeving daarvan bestemd tot "Agrarische doeleinden A", terwijl de overige gronden de bestemming "Agrarische doeleinden B" hadden. Een copie van deze planvoorschriften alsmede van een gedeelte van de plankaart hebben wij eveneens in het agenda-dossier ter inzage gelegd. Op de gronden met de bestemming "Agrarische doeleinden A" waren uitsluitend woningen en andere gebouwen toegestaan ten behoeve van een agrarisch bedrijf. Hiervoor was een bouwperceel van tenminste 1 ha vereist met een minimale breedte van 60 m1terwijl tot het bedrijf een stal of schuur van minstens 300 m3 moest behoren. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 45