Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 21394] Dienst/afdeling: RO Consequenties Er werd een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter zowel ten aanzien van het vrijstellingenbesluit als de bouwvergunningen. Bij uitspraak van 22 februari 2002 is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De ingediende bezwaarschriften tegen de besluiten zijn ongegrond verklaard en hiertegen werd geen beroep ingesteld, zodat het besluit tot vrijstelling en de besluiten tot bouwvergunning onherroepelijk zijn geworden. Verzoeker stelt dat door de planologische wijziging zijn onroerende zaak in waarde is gedaald en hij om deze reden een beroep doet op planschadevergoeding. Zoals hiervoor reeds vermeld is het planschadeverzoek ter advisering voorgelegd aan schadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam. Op 27 juni 2003 is het definitieve advies van de schadebeoordelingscommissie ingekomen en wij hebben dit advies voor uw raad in het agenda-dossier ter inzage gelegd. De schadebeoordelingscommissie komt tot de conclusie dat een wijziging van het geldende planologisch regime heeft plaatsgevonden die voor verzoeker heeft geleid tot een planologisch nadeliger situatie. Bij de beoordeling hiervan is een vergelijking gemaakt tussen het regime van het bestemmingsplan Breda- Zuid en de planologische situatie die is ontstaan door de vrijstelling ex artikel 19 WRO. Met toepassing van de vrijstelling ex artikel 19 WRO heeft het betreffende terrein thans een woonfunctie gekregen met twee toegangswegen op de Olympiastraat, waarvan één ter hoogte van de woning van verzoeker en een toegangsweg aan de oostkant van de De La Reijweg. De nieuwe planologische situatie heeft voor verzoeker tot gevolg gehad dat hij geconfronteerd wordt met een nieuwe woonwijk tegenover zijn woning op een terrein waar voorheen geen gebouwen konden worden opgericht. Het voorheen open karakter van het terrein wordt door de bouw van deze nieuwe wijk tenietgedaan. Het uitzicht vanuit de woning naar het oosten wordt thans beheerst door woningen met een aanzienlijke hoogte, waarbij opgemerkt wordt dat in het verleden dit uitzicht belemmerd zou hebben kunnen worden door een terreinafscheiding van 2 m1 en enige bouwwerken tot 3 m1 hoog. De wijziging heeft geleid tot een aantasting van het uitzicht van belanghebbende. De schadebeoordelingscommissie komt tot de conclusie dat de planologische maatregel voor verzoeker heeft geleid tot een enigszins nadeliger positie waaruit op voet van artikel 49 WRO een voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering is voortgevloeid. De waardevermindering wordt door de schadebeoordelingscommissie gesteld op 10.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van het verzoek zijnde 19 september 2002. Het concept-advies is door de schadebeoordelingscommissie zowel aan de gemeente als aan verzoeker toegezonden. De door verzoeker bij brief van 13 mei 2003 (zie achterin rapport) gegeven reactie heeft de schadebeoordelingscommissie geen aanleiding gegeven tot aanpassing van het definitief advies. Ons college kan instemmen met het door SAOZ uitgebrachte advies en adviseert uw raad tot toekenning van voornoemd bedrag als planschade. Juridische. Op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht kan tegen het raadsbesluit bezwaar en beroep worden ingesteld. Financieel - totale planschadevergoeding 10.000,- - totale wettelijke rente 686,50 10.686,50 -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 52