Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 21546]
Dienst/afdeling: VWLZ
2.2. De onderdelen
Totale kosten voor Breda
De totale begrote kosten voor Breda zullen stijgen met 13,5%. Deze bedragen dan 2.690.738. Dit is
inclusief incidentele kosten ad 40.828 voor de pokkencampagne die op last van de rijksoverheid dit jaar
wordt gehouden.
Een toelichting bij de afwijkingen (in vergelijking tot de herziene begroting 2002) ontbreekt in de begroting
2003.
Uit de begroting wordt niet duidelijk welke kosten structureel zijn en welke incidenteel. Dit moet inzichtelijk
worden gemaakt, evenals de noodzaak en omvang van diverse begrotingsposten. Wij hebben de
algemeen directeur SAW inmiddels opdracht gegeven om de ontwerpbegroting 2003 nader te analyseren
op structurele en incidentele componenten, alsmede op de noodzaak en de omvang van diverse posten.
Personeel: formatie
Over het boekjaar 2003 wordt de gemiddelde formatie begroot op 318. Ten op opzichte van 2002 is dat
een stijging van 22 fte. Het begrote aantal fte's stijgt op alle afdelingen. Bij de GGD met 12 fte's, de
ambulancedienst met 5,5 fte's, het AMK met 1 fte, en de GHOR met 3,5.
Op basis van deze begroting zal het aantal fte's bij de GROGZ vanaf 2001 tot 1 januari 2004 toenemen
met 38 fte's. Dit is een stijging van 20% in drie jaar tijd. Bij de GGD is sprake van een toename van 20
formatieplaatsen in drie jaar tijd tot in totaal 189. Ten tijde van de fusie (2000) was het aantal
formatieplaatsen GGD 158.
2.2.1. GGD
De totale begrote baten stijgen ten opzichte van de realisatie 2002 met 1 miljoen. Oorzaken zijn de
stijging van de gemeentelijke bijdragen als gevolg van indexering, stijging van opbrengsten uit tarieven
reizigersvaccinatie, stijging projectinkomsten en stijging van de doorberekende kosten aan de GHOR
(vanwege de pokkencampagne).
De begrote lasten stijgen ten opzichte van de realisatie 2002 met 1,2 miljoen. Oorzaken zijn: stijging
van (overige) personeelskosten en stijging overige bedrijfskosten. De overige personeelskosten stijgen
van 390.095 in 2002 (werkelijke uitgaven) tot (begroot) 878.410 in 2003. Dit gaat om studiekosten,
wervingskosten, kosten voor kinderopvang en bedrijfsgeneeskundige zorg. Tegenover deze stijgende
posten staat een daling van de kapitaallasten en van de toevoeging aan reserves/voorzieningen.
In de begroting is een aantal zaken opgenomen die rechtstreeks voortvloeien uit het verbetertraject. Deze
staan vermeld in bijlage 7, zoals het aantstellen van een tweede directeur en uitbreiding van de afdeling
financiën met één formatieplaats. In bijlage 8 staan zaken die niet bekostigd kunnen worden binnen het
streefbedrag 2003. De GGD heeft tot op heden niet toegelicht welke onderdelen daarvan wel, en welke
niet wettelijk verplicht zijn en wat de gevolgen zijn van het niet uitvoeren van deze zaken.
In bijlage 9 (bijdragen deelnemende gemeenten) staat globaal vermeld welke producten de gemeenten
afnemen binnen deze begroting. De GGD heeft daarnaast een eerste versie uitgebracht van een
productencatalogus, waarin producten iets uitgebreider zijn omschreven. Ook hieruit blijkt in onvoldoende
mate welke taken wettelijk verplicht zijn, en welke taken weliswaar passen binnen wet- en regelgeving
maar waarbij ook andere invullingen mogelijk zijn (qua specifieke activiteit, kwantiteit en kwaliteit). Omdat
dit laatste vaak het geval is kan er in beginsel ruimte worden geschapen in het productenaanbod.
2.2.2. Ambulancedienst
Bij de jaarrekening 2002 is al vermeld dat de ambulancedienst kampt met een structureel tekort omdat
het ontbreekt aan structurele financiering. De (landelijk vastgestelde) CTG tarieven zijn niet
kostendekkend. De landelijke en provinciale overheid hebben vanaf de fusie geen (substantiële
structurele) bijdrage verstrekt aan de ambulancedienst. Ook van de ziektekostenverzekeraars wordt op
de korte termijn geen structurele bijdrage verwacht. In de afgelopen jaren is het structurele negatieve
exploitatieresultaat achteraf gecompenseerd door incidentele bijdragen van de gemeenten. Zowel de
gemeenten als de provincie houden vast aan het standpunt dat structurele financiering door de
rijksoverheid dient te geschieden. Om die reden is in de begroting 2003 geen gemeentelijke bijdrage
verwerkt. Hierdoor ontstaat een dekkingstekort dat voor 2003 is begroot op 1.3 miljoen. Het
liquiditeitstekort dat als gevolg hiervan wordt verwacht wordt opgelost door over te gaan op
voorfinanciering per kwartaal op basis van inwonersaantallen van de deelnemende gemeenten. Voor
Breda wordt hiervoor een bedrag begroot van 310.417.
-5-