Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 21804]
Dienst/afdeling: CAJZ
Het nieuw voorgestelde artikel 9a geldt slechts voor een beperkt gebied, te weten het gebied dat door de
burgemeester specifiek is aangewezen, en voor een beperkte periode, te weten voor de periode die door
de burgemeester is vastgesteld. In die periode werkt het wel preventief. Dat wil zeggen ook als er nog
geen sprake is van overlast geldt het samenscholingsverbod.
De burgemeester kan niet zomaar elk gebied aanwijzen. Het belang van de bescherming van de
openbare orde moet de aanwijzing nodig maken. Dat belang kan niet te snel worden aangenomen. Het
betreft erkend notoire overlastgebieden. Dat wil zeggen dat er veel overlastsignalen uit de omgeving
moeten zijn. Er zal een analyse van de overlastsituatie gemaakt moeten zijn en er zal, op basis van die
analyse een (mulitdisciplinair) plan van aanpak opgesteld moeten zijn. De instelling van het
samenscholingverbod zal daar een onderdeel van zijn. Dat besluit zal door de burgemeester goed
gemotiveerd moeten worden. De aanwijzing zal bovendien niet voor onbepaalde tijd kunnen zijn. Juist
gezien de noodzakelijke motivering zal regelmatig getoetst moeten worden of die motivering nog
onverkort op gaat. Daarom wordt voorgesteld de aanwijzing in principe voor 6 maanden te doen. Daarna
zal de situatie opnieuw bezien moeten worden.
Het verbod houdt in dat niet meer dan vier mensen gezamenlijk mogen optrekken indien van deze
mensen redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat deze verzameling een bedreiging van de openbare
orde met zich meebrengt. Op zichzelf is een bijeenkomst van meer dan vier personen niet verboden.
De cruciale vraag is wanneer er "redelijkerwijs kan worden aangenomen" dat een groepje mensen een
bedreiging van de openbare orde met zich meebrengt. In voorkomende gevallen zullen de personen die
het betreft zeerwel beseffen dat hun gedrag wordt ervaren als een bedreiging van de openbare orde. Dat
zullen zij al meerdere malen van de politie, en waarschijnlijk ook van anderen, verstaan te hebben
gekregen. In de vorm van waarschuwingen en mogelijk door verbaliseringen. Ook de politie zal dat
oordeel kunnen geven. Zij zullen zich daarbij baseren op de specifieke kennis van het betreffende gebied,
de daar voorkomende overlast en de betreffende overlast veroorzakers. De overlast veroorzakers zijn
doorgaans al bekend bij de politie, nog voor het samenscholingsverbod in werking wordt gesteld.
Verwacht mag worden dat de publiciteit rondom de instellen van het samenscholingsverbod op zich al
een preventie werking heeft.Tegen het aanwijzingsbesluit kan bezwaar worden gemaakt en staat
vervolgens beroep open.
2. Verblijfsontzegging.
Vaak zal binnen een grotere groep overlastveroorzakers een beperkte groep mensen starten met de
overlast. Anderen nemen dat gedrag dan over. Als de initiator niet aanwezig is neemt vaak ook de
overlast gelijk af. Er is dan ook behoefte om notoire overlastveroorzakers voor enige tijd uit het
betreffende gebied te kunnen weren. Dat kan met een zogenaamde "verblijfsontzegging". Het is een
betrekkelijk nieuw instrument in de APV. Ook hier hebben met name de grotere gemeenten inmiddels op
ruime schaal mee gewerkt.
Het voorgestelde artikel luidt als volgt:
Artikel 9b. Verblijfsontzegging
1. Een ieder is verplicht op een daartoe strekkend besluit, schriftelijk genomen door of namens de
burgemeester in het belang van de openbare orde, zich te verwijderen en verwijderd te houden uit
een door de burgemeester aangewezen gebied gedurende de tijd die in dat besluit genoemd is.
2. Het in het eerste lid gestelde is niet van toepassing op personen, die in het aangewezen gebied:
a. zich bevinden in een middel van openbaar vervoer;
b. aldaar werkzaam zijn dan wel aldaar staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling;
c. volgens de bevolkingsadministratie aldaar woonachtig zijn.
3. Een besluit als bedoeld in het eerste lid is slechts geldig gedurende een in het besluit genoemde
periode van ten hoogste 12 weken.
-2-