Bijlage 1 Beleidsuitgangspunten verblijfsontzegging (artikel 9b APV) Bij het geven van een verblijfsontzegging op grond van artikel 9b APV gelden de volgende beleidsuitgangspunten: in principe krijgt een persoon slechts een verblijfsontzegging voor één van de aangewezen gebieden. Slechts bij uitzondering krijgt iemand een gelijktijdige ontzegging voor meerdere gebieden. Indien er bijzondere omstandigheden zijn, die deze uitzondering noodzakelijk maken, dienen deze in het besluit vermeld te worden; in de bekendmaking wordt duidelijk aangegeven welk gebied het betreft en voor welk tijdvak het verbod geldt; indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied woont of werkt waarvoorde ontzegging geldt, wordt, indien mogelijk en gewenst, dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning of werklocatie. in de bekendmaking wordt eenduidig aangegeven op grond van welke feiten de persoon de bekendmaking ontvangt; De verblijfsontzegging wordt zo spoedig mogelijk na het geconstateerde feit uitgereikt. Indien dit niet mogelijk is doordat de betrokkene nog niet kon worden aangehouden, dan kan dat alsnog gebeuren binnen twee weken na het feit, met dien verstande dat de tussenliggende periode in mindering wordt gebracht op de termijn van de verblijfsontzegging; m.a.w. de termijn begint te lopen op de delictsdatum. In dat geval zal de verblijfsontzegging wel algemeen bekend gemaakt worden. bij de volgende geconstateerde feiten, waarvoor een proces-verbaal is opgemaakt en waarvoor de verdachte wordt aangehouden, en mits er een relatie bestaat met de aangewezen gebieden, wordt een verblijfsontzegging gegeven voor een tijdvak van: - dealen harddrugs (Opiumwet) 12 weken - bezit van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs (Opiumwet) 6 weken - gebruik harddrugs (Opiumwet) 6 weken - overtreding Wet Wapens en Munitie: traangas, 6 weken boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d. - overtreding Wet Wapens en Munitie: vuur- en schietwapens 12 weken - vernieling (350 Sr) 6 weken - eenvoudige mishandeling (300 Sr) 6 weken - zware mishandeling (302 Sr)/(poging tot)doodslag en 12 weken vergelijkbare zware geweldsmisdrijven - openlijke geweldpleging (141 Sr) 12 weken - afpersing/afdreiging (317/318 Sr) 12 weken - bedreiging (285 Sr) 12 weken - diefstal met braak (311 lid 5 Sr) 6 weken - belediging ambtenaar in functie (267 Sr) 6 weken - overtreding samenscholingsverbod (9a APV) 6 weken - overige overtreding van de APV, o.a. geluidsoverlast, 2 weken schreeuwen, hinderlijk gedrag - openbare dronkenschap (453 Sr) 2 weken - negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel(184 Sr) 12 weken - overtreding verblijfsontzegging (9b. APV) 12 weken - wederspannigheid (180 Sr) 12 weken - Baldadigheid (424 Sr) 2 weken De processen-verbalen voor deze feiten liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het betreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met openbare orde zijn. Zo zullen bedreigingen in een winkel of het inloopcentrum wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging. Tevens kunnen strafbare feiten die zich afspelen in een voor publiek toegankelijke inrichting de basis zijn voor een verblijfsontzegging, indien ze aan alle bovengenoemde voorwaarden voldoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 22