Verordening tot het wijzigen van de Algemene subsidieverordening Breda 1998
Artikel 1
De Algemene subsidieverordening Breda 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A. In Artikel 1onderdeel a, wordt het tekstgedeelte: "door de gemeenteraad" vervangen door:
Burgemeester en wethouders.
B. In Artikel 4 wordt de nummering 1,3,4 en 5 vervangen door de nummering: 1,2,3 en 4.
C. Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
1Jaarlijks stellen Burgemeester en wethouders, tegelijkertijd met de vaststelling van de
dienstbegroting en binnen het kader van de concernbegroting, per beleidsterrrein een
subsidieplafond vast, eventueel gespecificeerd naar deelterrein, district, wijk of (groep van te
subsidiëren personen of organisaties.
2. Burgemeester en wethouders baseren het subsidieplafond op de door de raad vastgestelde
Kadernota en/of kadernotities.
3. Burgemeester en wethouders kunnen, indien de raad met de daarvoor noodzakelijke wijziging van
de concernbegroting heeft ingestemd, het subsidieplafond wijzigen door het voor het
desbetreffende beleidsterrein beschikbare budget:
a. tussentijds te verhogen;
b. tussentijds te verlagen, wanneer:
a. gelet op het totaal van de op het desbetreffende beleidsveld ingediende
subsidieverzoeken redelijkerwijs mag worden aangenomen dat aan het eind van het
begrotingsjaar in dat budget middelen zullen resteren;
b. geen of minder dan wel meer rijks- of provinciale gelden worden verkregen dan op het
moment van het vaststellen van het subsidieplafond verwacht mochten worden.
D. Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
Burgemeester en wethouders stellen bij de vaststelling van het subsidieplafond gelijktijdig het
subsidieprogramma per beleidsterrein vast.
E. Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
Een aanvraag voor subsidieverlening en/of subsidievaststelling wordt ingediend bij burgemeester en
wethouders binnen een door hen nader bepaalde termijn. Deze termijn kan per beleidsterrein
verschillen.
Artikel II
Deze verordening wordt aangehaald als :eerste wijzigingsverordening Algemene subsidieverordening
Breda 1998.
Artikel III
Deze verordening treedt in werking zes weken na haar bekendmaking met terugwerkende kracht tot 1
oktober 2003.