Titel 2. Financiële positie Kaderstellen Artikel 9. Financiële positie 1Het college draagt er zorg voor dat in de begroting en kadernota de financiële consequenties van al het beleid waartoe de raad heeft besloten, is opgenomen. 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld. Artikel 10. Waardering afschrijving vaste activa 1De materiele vaste activa met economisch en of maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven conform de termijnen opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording en de Afschrijvingsverordening van de gemeente Breda. 2. in geval van activering wordt het actief afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur. 3. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Artikel 11. Vorderingen 1Het college draagt zorg voor een actieve invordering. 2. Voor openstaande vorderingen betreffende: onroerende zaakbelasting gebruikers; onroerende zaakbelasting eigenaren; precariobelasting; hondenbelasting; rioolrechten; en afvalstoffenheffing; wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid. 3. Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden. Artikel 12. Reserves en voorzieningen 1Het college biedt jaarlijks gelijktijdig of geïntegreerd met de in artikel 4 genoemde (kader)nota de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan. 2. De nota behandelt: de vorming en besteding van reserves; de vorming en besteding voorzieningen; de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen. 3. De raad stelt deze nota uiterlijk 2 maanden na aanbieding vast of indien geïntegreerd met begroting/kadernota bij de behandeling daarvan. Artikel 13. Kostprijsberekening 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Breda wordt een systeem van integrale kostentoerekening gehanteerd. 2. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 14