Toelichting op de Financiële Verordening Gemeente Breda (ex art. 212 Gemeentewet) Context. In het kader van dualisering en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dient de Raad een aantal nieuwe verordeningen vast te stellen. Voor u ligt de verordening in het kader van artikel 212 van de gemeentewet. Het doel is dat de verordening het kader aangeeft waarbinnen de Raad wenst dat het College acteert voor wat betreft de financiële huishouding van de gemeente. Vervolgens is dit kader ook het referentiepunt voor de controlerende rol van de Raad. Deze verordening is dan ook vanuit dat perspectief te beschouwen. Naast deze verordening ex artikel 212 Gemeentewet speelt dat de Raad ook verordeningen moet vaststellen met betrekking tot de accountantscontrole (art 213 Gemeentewet) en het onderzoek door het College naar doelmatigheid en doeltreffendheid (artikel 213a Gemeentewet). Wettelijk is aangegeven dat de Verordening ex artikel 212 voor 15 november 2003 vastgesteld dient te zijn om in werking te treden per 1 januari 2004. Opzet. Deze verordening ex artikel 212 kent een vorm en opzet zoals deze door de meeste gemeenten in Nederland gebruikt wordt en deze is goeddeels afgeleid van het VNG model (zie www, vernieuwingsimpuls.nlMet deze verordening willen we een belangrijke eerste aanzet geven voor een toekomstige verordening die meer gericht is op de praktijk zoals deze in de gemeente Breda wordt gehanteerd. Het is de ambitie om de verordening gelijke tred te laten houden met de organisatieontwikkeling in het algemeen en met de ontwikkeling van de financiële functie in het bijzonder. In dat kader is te verwachten dat de ontwikkelingen die in het verleden zijn opgestart, de komende jaren verder worden uitgebouwd. De verordening ex art 212 is niet geheel los te zien van de formele context waarbinnen de gemeente acteert. In die zin bestaan belangrijke formele relaties naar de Organisatieverordening, de Gemeentewet (GW), het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV). Leeswijzer Geopend wordt met een definitie van de belangrijkste begrippen. Titel 1 regelt het proces Begroten en Verantwoorden. De Kaders' waarbinnen beleid geoperationaliseerd moet worden, worden gesteld in de programmabegroting en de kadernota. Hierbij staan voor de sturing vanuit de Raad de programma's centraal en deze worden voor de organisatie geconcretiseerd via de producten. Het is hierbij de ambitie beleidsinhoud en middelen maximaal te integreren om zo maximale transparantie te verkrijgen. Onder het kopje 'Uitvoering' wordt aangegeven hoe de begroting gerealiseerd dient te worden. Via 'Beheersing en interne controle' wordt de grip van de raad op het uitvoeringsproces gestuurd en er wordt aangegeven volgens welke bedrijfseconomische grondslagen wordt omgegaan met kostenverbijzondering. Met name in de verordeningen ex artikel 213 en 213a van de gemeentewet zal uitvoerig terug worden gekomen op deze controleaspecten. In de cyclus van Begroten en Verantwoorden zijn ook momenten van tussentijdse rapportage ingebouwd. Tenslotte volgt de verantwoording via de jaarverslaglegging inclusief jaarrekening. Dit wordt in deze verordening geregeld in de artikelen 7 en 8 onder het kopje 'Rapportage en Verantwoording'.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 20