c. de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;
d. de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;
e. de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering;
en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:
f. de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwijkende
rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te
besteden;
g. de gemeentelijke functies en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende
rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te
besteden.
4. In afwijking van het derde lid, letters f en g kan de raad in het programma van eisen opnemen, dat
de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt
de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de gemeentelijke
functies en de gemeentelijke organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle
specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te
hanteren.
5. In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie
van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.
Artikel 3. Informatieverstrekking door college
1Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende
interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.
2. Het college draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende
verordeningen, nota's, coliegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen,
overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk
zijn.
3. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende
informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.
4. Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het
verslag van bevindingen voor 1 mei aan de raad.
5. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de
jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening
geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
1De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de
accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende
werkzaamheden.
2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te
voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande
kennisgeving uitvoeren.
3. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek
(afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) de raad, de
voorzitter van de rekenkamer(functie), de portefeuillehouder middelen, de gemeentesecretaris, de
concerncontroller en het hoofd financiën.
Artikel 5. Toegang tot informatie
1De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het
inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij
inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor, dat de
accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft
tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.
2. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en
verklaringen te verlangen, die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het
college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking
verlenen.
3. Het college draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de
accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel
kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het
gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.