Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 21893]
Dienst/afdeling: EZ
Mede naar aanleiding van het verzoek hiertoe door Drimmelen en Breda in maart 2003 is een
bemiddelingscommissie ingesteld, omdat geconcludeerd moest worden dat de deelnemers onderling niet
in staat bleken lang lopende discussies op te lossen. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld de OZB-discussie
van de grondgebiedgemeente in relatie tot de bijdrage in de kosten van het onderhoud, de aankoop
woningen woningen Roodevaart zonder dat daar inkomsten tegenover staan etc.
Medio juli is het eindrapport van de bemiddelingscommissie Korsten en Versteden: Toekomst
Havenschap Moerdijk, samen verder' aan het college aangeboden (zie bijlage). De kernpunten van het
eindrapport kunnen als volgt samengevat worden:
actualiseer de overeenkomst d.d. 8 april 1999 betreffende de jaarlijkse onderhoudsbijdrage van
gemeente Moerdijk, hoewel niet wettelijk verplicht heeft de gemeente Moerdijk zich in het verleden
contractueel verplicht bij te dragen in het beheer en onderhoud, de commissie acht dit redelijk en
billijk. De beheerkosten staan echter in geen
verhouding meer tot het contractueel (tor***™*
overeengekomen bedrag en zou uit dien hoofde Schap kan extra geld vergeten
aangepast moeten worden. De gemeente Moerdijk Door Frank Timmers
heeft zich tot dusverre fel gekant tegen deze
hpnarlprinn nptninp nnk Hit krantpnartikpl Vrijdag 10 oktober 2003 - ZEWNBERGEN - Een extra bijdraoe van de gemeente
Deriduenng, gciuiyö UUr\ Uil KI dl llcl ldl llftol. Moerdijk in de onderhoudskosten van het industrieterrein zit er voor het
een Sterke en conseauent dooraevoerde Havenschap Moerdijk niet in. Het schap heeft dat geld nodig om de begroting
- sluitend te krijgen.
verzakelijking van het beleid en de bedrijfsvoering,
Wat mede het volaende inhoudt' Directeur U. Uiteiwijkvan het havenschap zat gisteravond voor de commissie Bestuur
en Middelen. Hij vindt het logisch dat Moerdijk meer moet betalen aan onderhoud dan
besturing uit politieke sfeer halen Price de andere deelnemers in het schap, de provincie, Breda en Drimmelen.
Waterhouse Coopers stelt 'Het is vooral de
politieke invloed die de vermogenspositie van het Havenschap in belangrijke mate beïnvloed
heeft'. Dit gegeven in combinatie met het feit dat de ontwikkelingsfase nagenoeg is afgerond
geven aanleiding tot het de-politiseren van het bestuur. Een vergelijkbare discussie heeft zich
recent, weliswaar vanuit een ander perspectief, in Rotterdam afgespeeld. Daar zijn structuren
ontwikkeld om de politiek-bestuurlijke betrokkenheid te waarborgen, in combinatie met het ruimte
bieden tot ondernemen vanuit een zuiver bedrijfseconomisch perspectief;
beter gefundeerde investeringsbeslissingen;
kostenbesparing op onderhoud;
verhoging van de onderhoudsbijdrage door de gemeente Moerdijk;
het eventueel heffen van rioolbelasting;
huidige GR continueren, met aanpassing besturingsmodel gericht op meer zakelijkheid (mogelijk via
instelling van een bestuurscommissie), dit betekent dat omzetten naar een overheids-nv momenteel
niet opportuun geacht wordt;
Breda, Moerdijk en provincie Noord-Brabant samen verder als "strategische alliantie";
gemeente Drimmelen schept helderheid over haar toekomstige positie.
De Raad van Bestuur (RvB=algemeen bestuur) heeft op 18 september 2003 besloten de aanbevelingen
uit het rapport Korsten en Versteden over te nemen met uitzondering van het relateren van de jaarlijkse
onderhoudsbijdrage aan een norm kostenniveau en het actualiseren van de overeenkomst d.d. 8 april
1999. Tevens is bij meerderheid besloten dat in het geval van een uittredende partner de door Price
Waterhouse Coopers gemaakte berekening de grondslag vormt voor de financiële afwikkeling van
uittreden. Dit betekent dat, gezien de recente datum waarop deze berekening tot in detail is uitgewerkt
(juli 2003), verondersteld mag worden dat een 'prijs' die ingevolge art 55 lid 2 van de GR verbonden
wordt aan uittreden 1,6 min bedraagt voor een uittredende partner met 1/6 'aandeel' als Breda per 1
januari 2004.
Het dagelijks bestuur (DB) is opgedragen de uitwerking en implementatie van het eindrapport Korsten en
Versteden ter hand te nemen, hier zijn geen concrete termijnen aan gekoppeld. Afgesproken is dat voor
21 oktober 2003 onder regie van de voorzitter duidelijkheid zou ontstaan over de bijdrage van Moerdijk in
de onderhoudskosten en dit in de begroting 2004 verwerkt wordt. Opdat de deelnemers in hun discussie
over het toekomstperspectief en bij de eigen begrotingsbehandeling het financiële risico kunnen
inschatten.