Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 21625]
Dienst/afdeling: RQ
Consequenties
Communicatie
De voornaamste bezwaren van appellanten betreffen:
1de ontsluiting van het bedrijventerrein en de vermeende overlast die hierdoor zal ontstaan;
2. de afstand van de bedrijven tot de woningbouw en het voorstel om de geplande waterpartijen
tussen de woningen en de bedrijven te situeren;
3. de toegestane bedrijvigheid op het terrein qua milieubelastingcategorie en de hoogte van de
gebouwen;
4. de situatie zou bij de grondaankoop in Adriaan Klaassenstraat anders zijn voorgespiegeld.
Ten aanzien van deze bezwaren het volgende.
1. Het onderhavige bedrijventerrein is qua ontsluiting gebonden aan de Ettensebaan en/of
Westerparklaan. Deze wegen zijn belangrijke stadsontsluitingswegen waarbij als uitgangspunt
wordt gehanteerd dat hierop zo weinig mogelijk ontsluitingen op worden gerealiseerd teneinde de
doorstroming van het verkeer niet onnodig te belemmeren. In het onderhavige geval is hieraan
uitvoering gegeven door de ontsluiting van de woonwijk Adriaan Klaassenstraat en het
bedrijventerrein te combineren in een ontsluiting op de Westerparklaan. Deze ontsluiting is al
meegenomen in het bestemmingsplan "Adriaan Klaassenstraat e.o." welk bestemmingsplan
inmiddels onherroepelijk is geworden. Met dit plan is hierop aangesloten zoals altijd al de
bedoeling is geweest.
2. Bij de opzet van het plan is gezocht naar een groene scheiding tussen de woonwijk en het
bedrijventerrein. In verband hiermee is aan de noordzijde van het terrein een groenstrook
opgenomen welke qua inrichting, het inrichtingsplan voor deze strook is inmiddels vastgesteld,
zodanig vorm zal worden gegeven dat het zicht vanuit de woonwijk op de te realiseren bedrijven
zoveel als mogelijk zal worden ontnomen. Door nu de bredere waterpartij, in het plan gesitueerd
aan de zijde van de Ettensebaan, tussen de woningen en het bedrijventerrein te situeren, krijgt
dat gebied een meer open karakter, waardoor de relatie met het bedrijventerrein vanuit de
woonwijk veel explicieter aanwezig zal zijn.
3. De toegestane milieucategorieën zijn niet anders dan die welke ook in het bestemmingsplan
"Adriaan Klaassenstraat e.o." waren vastgelegd voor dit gebied. Aan de zijde van de woonwijk
categorie 1 en 2 en aan de zijde van de Ettensebaan 1 t/m 3. De toegestane hoogte van de
gebouwen is zelfs aangepast. Mochten in het bestemmingsplan "Adriaan Klaassenstraat e.o."
aan de zijde van de woonwijk nog gebouwen met een maximale hoogte van 15 meter, in het
onderhavige bestemmingsplan mag dit nog slechts maximaal 10 meter bedragen.
4. Ten behoeve van de verkoop van de particuliere kavels in het woongebied Adriaan
Klaassenstraat is door de gemeente een brochure uitgegeven met alle informatie over het
verkoopgebied en de omgeving. In deze brochure is een principeverkaveling opgenomen waaruit
blijkt dat het bedrijvengebied aan de zuidzijde van de plangebied zal worden ontsloten via de
Westerparklaan. Verder is in deze brochure het stedenbouwkundig plan voor dit gebied
beschreven waarin ook het onderhavige bedrijventerrein is meegenomen. Hetgeen hierin is
beschreven is in overeenstemming met hetgeen thans in het bestemmingsplan is vastgelegd. De
betreffende verkoopbrochure is bijgevoegd. Alle kopers van een woonkavel waren of konden in
ieder geval op de hoogte zijn van de toekomstige ontwikkelingen in dit gebied.
Juridische.
Tegen het vastgestelde bestemmingsplan kunnen alleen nog bedenkingen worden ingebracht bij
Gedeputeerde Staten door de indieners van de zienswijzen bij uw raad en door degene die aan kan
tonen redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest zienswijzen tegen het plan kenbaar te maken en door
eenieder tegen de in het plan aangebrachte wijzigingen.
Na vaststelling van het bestemmingsplan door uw raad zal het besluit en het vastgestelde plan
gedurende 4 weken ter inzage worden gelegd waarvan kennis zal worden gegeven in de Staatscourant
en het Stadsblad. In verband met de mogelijkheid om ten overstaan van de commissie Stedelijke
Ontwikkeling, Volkshuisvesting en Verkeer een nadere toelichting te geven op de zienswijzen zijn
appellanten uitgenodigd voor de vergadering van 7 oktober 2003.