Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 22054] Dienst/afdeling: VWLZ Praktijkschool: de bepaling van de ruimtebehoefte van een zelfstandige school voor praktijkonderwijs, wordt tot op heden bepaald met behulp van de normering voor het voormalig VSO-MLK. In de geactualiseerde verordening wordt de praktijkschool als zelfstandig instituut opgenomen. Het ruimtebehoeftemodel voor de school voor praktijkonderwijs geeft het volgende benodigd oppervlak aan: een vaste voet van 306 m2 bruto vloeroppervlak en 12,13 m2 bruto vloeroppervlak per leerling. Voorstel: het Ruimtebehoeftemodel voortgezet onderwijs niet te wijzigen; de tabellen vaste voet te wijzigen (bijlage III, onderdeel 3.1tabel 8.1 .b); de relevante tabellen ten behoeve van het praktijkonderwijs te wijzigen. De ev. financiële consequenties zullen worden verwerkt in de monitor van het meerjaren investeringsplan onderwijshuisvesting. 2. Eerste inrichting (voortgezet) speciaal onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs In de modelverordening wordt sinds 1997 voor de normbedragen eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair voor het (voortgezet) speciaal onderwijs en voor de speciale scholen voor basisonderwijs verwezen naar deel B van de Programma's van Eisen 1996 (PvE's) zoals opgesteld door het ministerie van OCW. Bij de omzetting van de lom-, mik- en iobk-scholen naar de speciale scholen voor basisonderwijs, is vastgehouden aan deze verwijzing. Maar de bedragen als hierboven vermeld, zijn - met name vanwege de omvang - niet opgenomen in de verordening. Nu wordt een vereenvoudigde systematiek voorgesteld en verwerkt in de verordening. De nieuwe systematiek is minder bewerkelijk en identiek aan het basisonderwijs. Voorstel: in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs een nieuwe tekst op te nemen plus een nieuwe tabel in te voegen (bijlage IV, deel A, onderdeel 1.4). Er zijn geen afwijkende financiële consequenties ten opzichte van de bestaande verordening. 3. Nevenvestiging speciaal onderwijs als gevolg van de invoering van LGF Vanaf 1 augustus 2003 is het voor scholen voor speciaal onderwijs mogelijk om op basis van artikel 76 van de wet op de expertisecentra een nevenvestiging in te richten. Voor de huisvesting van een nevenvestiging kent de modelverordening op dit moment geen normering. Om de inrichting van een nevenvestiging toch mogelijk te maken, wordt de gemeentelijke verordening aangepast. Voorstel: de tekst in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Breda 2003 aan te passen plus normbedragen op te nemen (bijlage IV, deel A, onderdeel 2.4). De vorming van een nieuwe nevenvestiging doet zich nu in Breda niet voor. Geen financiële consequenties. 4. Financiële regeling ingebruikneming schoolgebouwen De verordening huisvesting onderwijs bevat op dit moment geen regeling met betrekking tot de verhouding tussen enerzijds de gemeente die lokalen beschikbaar stelt en anderzijds het bevoegd gezag dat deze lokalen in gebruik neemt. Het uitwerken van een dergelijke regeling via de privaatrechtelijke weg is onmogelijk. Bij ingebruikneming op grond van de onderwijswetgeving is de huurwetgeving niet van toepassing verklaard, waardoor het via deze weg beschikbaar stellen van lokalen onmogelijk is. De privaatrechtelijke vorm van bruikleen is tevens onmogelijk, omdat in veel gevallen er sprake is van vergoedingen voor onder andere onderhoud. Hierdoor zou er sprake zijn van privaatrechtelijke huur, terwijl bruikleen slechts mogelijk is 'om niet'. De enige mogelijkheid om een regeling ingebruikneming vast te stellen, is langs publiekrechtelijke weg. Hiervoor is de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs het aangewezen instrument. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 21