Hoofdstuk 2
Taak en werkwijze
Artikel 4
1De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester
van de gemeente Breda vast te stellen en haar opvattingen daarover schriftelijk en
gemotiveerd ter kennis te brengen van de gemeenteraad van Breda en de commissaris van
de Koningin.
2. De commissie gaat bij de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaten als is bedoeld in
het eerste lid van dit artikel in ieder geval uit van de eisen zoals die door de gemeenteraad zijn
vastgesteld in de bij raadsbesluit van 12 januari 2004 vastgestelde profielschets voor de
burgemeester van Breda.
3. De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris van de Koningin in
overleg met de commissie geselecteerde kandidaten.
4. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris van de Koningin
de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.
Artikel 5
1De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden van de commissie
dit noodzakelijk achten.
2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter in de regel tenminste twee maal vierentwintig
uur van tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie. In spoedeisende
gevallen kan de voorzitter hiervan afwijken.
3. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.
4. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
5. De commissie vergadert niet en voert geen gesprekken met kandidaten indien niet tenminste
de helft der leden aanwezig is.
Artikel 6
1De commissie stelt een werkwijze vast waarmee de vertrouwelijkheid van de gesprekken met
kandidaten wordt gewaarborgd.
2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan
het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de
commissie.
3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf het privé-adres van de secretaris
verzonden.
4. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.
5. Alle perscontacten ten aanzien van het werk van de commissie lopen via de voorzitter.
6. De kandidaten worden door de voorzitter, of namens de voorzitter door de secretaris van de
commissie, voor de gesprekken uitgenodigd.
Artikel 1
1Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen
kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan
de commissaris van de Koningin.
2. Het verslag als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk drie maanden nadat de gelegenheid tot
sollicitatie voor de functie is gegeven aan de raad en de commissaris van de Koningin
aangeboden.
3. De commissie brengt haar in het eerste lid van dit artikel bedoeld verslag uit op basis van de
door de commissaris van de Koningin verstrekte informatie over de kandidaten en op basis
van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na
afweging van een en ander.
4. De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van
tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen.
De commissie vermeldt daarbij voor iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben
geleid.
Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004
2