5. Indien geen raadplegend referendum zal worden gehouden geeft de commissie in haar
verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.
Artikel 8
1. Besluiten in de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.
2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel geldt dat ieder lid van de commissie één
stem heeft.
3. Het verslag aan de raad en de commissaris van de Koningin, zoals bedoeld in artikel 7, eerste
lid en de conceptaanbeveling aan de raad, zoals bedoeld in artikel 7, derde lid, worden bij
meerderheid van stemmen vastgesteld.
4. In het verslag aan de raad en de commissaris van de Koningin kunnen leden van de
commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.
5. Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris van
de Koningin worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis
gebracht van de raad en de commissaris van de Koningin.
6. De commissie kan de commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden
gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.
Hoofdstuk 3 Geheimhoudingsplicht
Artikel 9
1. De leden van de commissie, alsmede zij die haar bijstaan, zijn tegenover eenieder gehouden
tot volstrekte geheimhouding van al datgene wat in verband met het lidmaatschap direct of
indirect aan hen ter kennis is gekomen.
2. De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen
lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest.
3. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na de ontbinding
daarvan.
4. Noch de commissie noch de gemeenteraad zal de geheimhouding opheffen.
6. De voorzitter legt bij aanvang van elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de
Gemeentewet, geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en het behandelde
tijdens de vergadering en ziet er op toe dat dit in de notulen van de vergadering tot uitdrukking
komt.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 10
1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop
aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.
2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat, op het tijdstip
bedoeld in het eerste lid, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt op
last van het college onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als "geheim"
worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen
archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het
bepaalde in de volgende leden van dit artikel.
3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als
bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesiuit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding
gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a en c, van de Archiefwet 1995
gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende vooreen periode van 75 jaar.
4. Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden onmiddellijk aan
hen teruggezonden.
5. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden
onmiddellijk vernietigd.
Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004
3