VERSLAG
1.2003.0231.001
van de hoorzitting, gehouden op 1 oktober 2003 om 20:15 uur, in het kader van de behandeling van
het bezwaarschrift van de heer mr. B.F.J. Bollen, de heer M. van den Kieboom, de heer M.J.G. Dubois
en bewoners Haagse Beemden met betrekking tot het besluit van de gemeenteraad tot het
voorbereiden van een bestemmingsplan voor een gebied gelegen aan de Grintweg 22 en Kluisstraat.
Aanwezig:
de heer mr. W. Koops
de heer O. Dijkstra
mevrouw mr. M.J.C. Leijten
voorzitter hoorcommissie
lid hoorcommissie, rapporteur
lid hoorcommissie
mw. mr. J. Pleumeekers - ambtelijke bijstand hoorcommissie
mw. N. Ruis - gemachtigde namens de
gemeenteraad/dienst RMCE
de
heer Bastiaansen
reclamant
de
heer M. van den Kieboom
reclamant
de
heer Van Damme
woordvoeder van de heer Van den Kieboom
en de heer Bastiaansen
de
heer M.J.G. Dubois
reclamant, mede namens bewoners
buitengebied Haagse Beemden
de
heer Reijnders
woordvoeder van de heer Dubois
de
heer Monster
reclamant
De voorzitter opent de hoorzitting, hij stelt de aanwezigen voor en geeft het woord aan de rapporteur.
De rapporteur vraagt de reclamanten op een plattegrond aan te geven waar zij wonen om te kunnen
beoordelen of zij al dan niet belanghebbende zijn.
De heer Bastiaansen zegt dat iedereen zicht heeft op het betreffende perceel.
De rapporteur vraagt wie het bezwaarschrift mondeling wil toelichten.
De heer Reijnders (namens de heer Dubois) zegt dat gelet op het voorbereidingsbesluit sinds
geruime tijd is besloten tot het toestaan van het plaatsen van windmolens.
Destijds is er een informatieavond gehouden in verband met het plaatsen van de windmolens, met
betrekking tot één windmolen is reeds besloten deze te plaatsen.
Mevrouw Ruis zegt dat er in het kader van artikel 19-procedure een inspraakavond is geweest.
Op 7 januari 2003 is er een schrijven uitgegaan naar aanleiding van de inspraakreacties.
Vervolgens zijn de stukken ter visie gelegd.
De heer Van Damme leest een pleitnotitie voor, deze is bij het verslag gevoegd en daar wordt
kortheidshalve naar verwezen.
Mevrouw Ruis zegt dat het nemen van een voorbereidingsbesluit een juridische noodzaak is indien
een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar. In het onderhavige geval is een voorbereidingsbesluit
genomen voor het gehele gebied om bij eventuele aanvragen alle mogelijkheden open te houden.
Mevrouw Ruis merkt op dat het Rijksbeleid is om windenergie te stimuleren. Door de Provincies en
Gemeenten zijn beleidsvoornemens ontwikkeld. Voor de windmolens is ook een milieuvergunning
nodig, de masten moeten onder andere een bepaalde hoogte hebben.
De heer Reijnders merkt op dat een MER wellicht nodig is.
De rapporteur zegt dat dit een onderdeel vormt van de artikel 19-procedure.