Notitie ten behoeve van de hoorzitting dd 1 oktober 2003 van commissie Bezwaar en Beroepschriften over voorbereidingsbesluit Grintweg te Breda Geachte commissie Namens Dhr M van den Kieboom en P Bastiaansen wil ik het volgende naar voren brengen. 1. De procedure. Tegen het voorbereidingsbesluit zijn bezwaren geuit door beide heren maar ook door een groot aantal andere mensen in het buitengebied. Geconstateerd is dat de meeste belanghebbenden geen uitnodiging hebben ontvangen voor deze hoorzitting. U wordt verzocht ook deze mensen uit te nodigen voor een hoorzitting. Het niet horen van belanghebbenden is formeel onjuist. 2. Het voorbereidingsbesluit en relatie tot andere plannen. Het voorbereidingsbesluit geldt voor een gebied van enkele tientallen hectaren welke zijn gelegen in het buitengebied van de Haagse Beemden. Tegen de groene hoofdstructuur. Het besluit is genomen om op een gedeelte van dat gebied (groot 2 maal 121 m2) twee windturbines te plaatsen. Meestal wordt een voorbereidingsbesluit genomen om ongewenste ontwikkelingen in een bepaald gebied te voorkomen. Nu wordt het misbruikt om een ontwikkeling die niet is gewenst toch te realiseren. Ook de gemeente heeft in de in 2000 vastgestelde visie Haagse Beemden geen enkele ruimte voorzien voor windturbines. De visie was bedoeld om toekomstige processen te kunnen sturen door kaders voor dat gebied vast te stellen. Die sturing moet resulteren in versterking van het openlandschap. Tijdens de behandeling in commissie RO werd het vaststellen gemotiveerd om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Op geen enkele wijze wordt de in 2000 vastgestelde visie betrokken bij de motivering voor plaatsing van de windturbines. De motivering is daarom onvolledig en niet draagkrachtig. In het besluit wordt verwezen naar een onderzoek naar natuurwaarden van het gebied met name het ruimte beslag en de indirecte gevolgen voor bepaalde diersoorten. Onduidelijk welk gebied is beschouwd het gedeelte waarde windmolens komen (500 m2) of het gebied van het voorbereidingsbesluit.? 3. Reden voor het voorbereidingsbesluit Als hoofdreden wordt aangegeven dat het vigerend plan ouder is dan 10 jaar. Dit is vreemd want het plan is door de raad vastgesteld in 1992 maar pas onherroepelijk geworden in 1997. f

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 103