Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 22417]
Dienst/afdeling: VWLZ
2. daarnaast kunnen er ook tijdelijke klantenpanels worden ingesteld ten behoeve van andere
afnemers c.q. belanghebbenden. De samenstelling van zo'n panel hangt af van de aard, de
omvang, en financiering de betreffende producten of productgroep.
Indien er een klantenissue wordt geconstateerd door de directie, het AB, het DB of een deelnemende
gemeente dan kan de directie zich door het vaste klantenoverleg of een tijdelijk klantenpanel laten
adviseren.
Nadrukkelijk zij vermeld dat een klantenoverleg of klantenpanel geen status heeft in de zin dat deze een
formeel bestuursorgaan van de GROGZ vormt.
4. Bestuurscommissies
Zoals eerder vermeld leidt het voorgestelde bestuursmodel ertoe dat de Bestuurscommissies GGD,
GHOR, AMK en RAV worden opgeheven, althans hun status als bestuursorgaan verliezen. Dit draagt
bij aan de gewenste vereenvoudiging van de bestuursstructuur. De bijzondere aspecten die hierbij aan
de orde zijn worden beschreven in de bestuursnotitie van 18 december 2003 over de GROGZ wijziging
(toegevoegd).
5. Beoordeling
Wij constateren dat met het afschaffen van de bestuurscommissies het belangrijkste bestuurlijk
knelpunt, namelijk de complexiteit van de structuur, zoals door Boer&Croon aangemerkt en door het
Algemeen bestuur en gemeenten is onderschreven, wordt opgelost.
Het toezicht op de bedrijfsvoering wordt versterkt door de inbreng van externen in het DB
(deskundigheid en continuïteit). De rolverdeling blijft helder, er is nog steeds alleen een AB en een DB.
De scheiding tussen klant en eigenaar is helder als gevolg van klantenpanels/overleg.
Het bestuursmodel voorziet in een strikte scheiding van verantwoordelijkheden, waarbij de
beheersfunctie is neergelegd bij de bestuursorganen AB en DB en de inkoopfunctie bij het vaste
gemeentelijk klantenpanel dat daarover de directie adviseert.
6. Planning
Vanaf 10 juli 2003 is er sprake van een situatie waarbij qua bestuurlijke inrichting, samenstelling en
functioneren van bestuursorganen is geanticipeerd op de formele wijziging van de regeling zoals thans
aan de orde is bij de tweede ontwerpwijziging. Zo is er voor gekozen dat de BC GGD tezamen met het
AB vergadert. Formele besluitvorming verloopt nog wel via de formele bevoegdheidsverdeling, maar de
onderlinge afstemming is daarmee geoptimaliseerd. Zo ook is de samenstelling van het DB bestuur in
formele zin niet meer in overeenstemming met de huidige regeling. Deze is in de praktijk al ingericht op
een wijze die vooruitloopt op het thans aan de orde zijnde voorstel van de tweede ontwerpwijziging.
Spoedige besluitvorming over de voorgestelde tweede wijziging van de gemeenschappelijke regeling is
daarom gewenst.
Vanwege de toekomstige eindsituatie van de GR OGZ West-Brabant, nadat de bestuurlijke
verantwoordelijkheden voor RAV en GHOR zijn opgeschaald en ondergebracht in een nieuwe
gemeenschappelijke regeling (Openbare Orde en Veiligheid), leggen wij reeds nu tevens de derde
ontwerpwijziging betreffende die eindsituatie ter vaststelling voor. Dit voorkomt dat louter om formeel
juridische redenen wederom gemeentelijke besluitvorming moet plaatsvinden.
De derde wijziging zal eerst na definitieve vaststelling door het AB ter goedkeuring aan Gedeputeerde
Staten worden voorgelegd, nadat alle formele bestuursbesluiten betreffende de GHOR, RAV en AMK
zijn genomen en in werking zijn getreden.
7. Aanwijzing wethouder mevrouw M.P.Heerkens tot lid van het AB GROGZ.
Wethouder Heerkens is voorzitter van de bestuurscommissie GGD. Nu deze bestuurscommissie
ophoudt te bestaan wordt voorgesteld om haar aan te wijzen als lid van het AB GROGZ, dat zich in de
nabije toekomst met name zal richten op de GGD. Deze aanwijzing gebeurt onder voorbehoud dat de
tweede wijziging GROGZ door het AB wordt vastgesteld.
Wethouder A. Arbouw is reeds lid van het DB GROGZ.
Advies:
1Akkoord te gaan met de tweede en derde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare
Gezondheidszorg West-Brabant;
2. Wethouder mevrouw M.P.Heerkens aan te wijzen tot lid van het AB GROGZ.
-3-