Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 22239]
Dienst/afdeling: CAJZ
De achtergrond van deze handelwijze was vijfledig:
Aftasting van praktische wensen op de ambtelijke werkvloer en bij de politie en brandweer;
Levering van maatwerk uitgaande van de specifieke situatie van de gemeente of van de afdeling;
Realisering van betrokkenheid bij de gehele organisatie bij de vaststellingvan de APV;
Vaststelling van een zodanige verordening dat deze voor iedere betrokkene herkenbaar en
toepasbaar is;
Realisering van een reële basis voor de verdere uitwerking van de APV in de vorm van beleidsregels
en uitvoeringsbesluiten.
In grote lijnen komt het nieuwe voorstel overeen met de model-APV.
Ten opzichte van de APV Breda 1997 zijn er een aantal relevante wijzigingen opgenomen.
De relevante wijzigingen ten opzichte van de huidige APV Breda 1997 betreffen de volgende
bepalingen:
Art. 2.1.1.2 Samenscholing en ongeregeldheden i.v.m. voetbalwedstrijden.
Deze bepaling is in navolging van andere gemeentes in de APV opgenomen om effectief te kunnen
optreden tegen voetbalsupporters, die buiten het stadion rondzwerven en een bedreiging voor de
openbare orde opleveren.
In het kader van de ordehandhaving rond voetbalwedstrijden doen zich van tijd tot tijd problemen voor
met voetbalsupporters, die niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs. Omdat zij niet bij
wedstrijden toegelaten worden, verspreiden zij zich in de omgeving van het stadion of verder de stad in
en zorgen daar voor overlast. In een dergelijk geval heeft de burgemeester de bevoegdheid op grond van
artikel 175 Gemeentewet een noodbevel te geven, dat o.a. in kan houden, dat deze supporters zich uit de
gemeente dienen te verwijderen.
Uit een oogpunt van zorgvuldige wetgeving verdient het de voorkeur, nu te voorzien is dat dit middel ook
in de toekomst gebruikt zal moeten worden, om deze bevoegdheid een wettelijke basis te geven in de
APV. Bijkomend voordeel hiervan is, dat in een concreet geval niet eerst nog een besluit genomen en op
schrift gesteld dient te worden, maar direct van deze bevoegdheid gebruik gemaakt kan worden.
Artikel 2.1.2.1 Optochten
Het houden van optochten, zoals carnavals- en Sinterklaasoptochten, bloemencorso's enz, die niet
opgevat kunnen worden als een middel tot het uiten van een mening of gedachten of gevoelens, valt niet
onder de bescherming van de Grondwet of het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) of andere internationale verdragen die de vrijheid van
meningsuiting waarborgen. Evenmin is hierop de Wet openbare manifestaties van toepassing.
In het belang van de openbare orde, bijvoorbeeld de verkeersveiligheid, is het derhalve mogelijk om een
regeling krachtens artikel 149 Gemeentewet in de APV op te nemen. Gekozen is, in navolging van de
model-APV, voor een vergunningsstelsel
Voordat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking was getreden, was in de model-APV van de
VNG ten aanzien van evenementen een kennisgevingsstelsel opgenomen. Dit gold ook voor het
organiseren van optochten, feesten en wedstrijden.
De inwerkingtreding van de Awb leverde echter de vraag op hoe een kennisgevingsstelsel zich verhoudt
tot deze wet. Het kernbegrip in de Awb is het woord 'besluit'. Het tot dan toe gehanteerde
kennisgevingsstelsel verplichtte het bestuursorgaan niet tot het nemen van een schriftelijk besluit. Het
bestuursorgaan kan bijvoorbeeld mondeling toestemming verlenen voor het organiseren van de
activiteiten waarvan kennisgeving is gedaan.
Een kennisgevingsstelsel komt op twee manieren niet tegemoet aan eventuele bezwaren van derde
belanghebbenden bij de te organiseren activiteiten:
in de eerste plaats is het bestuursorgaan op grond van de Awb (artikel 4:7 en 4:8) niet verplicht
belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben te horen bij het geven van een
mondeling beslissing;
in de tweede plaats dient er in beginsel een schriftelijk besluit te zijn voordat daartegen bezwaar-
of beroepsmogelijkheden aangewend kunnen worden.
Het risico is derhalve aanwezig dat bij de toepassing van een kennisgevingstelsel de belangen van
derden niet meegenomen worden, terwijl deze - zeker bij grootschalige evenementen - van groot belang
kunnen zijn. Geoordeeld is dat een kennisgevingsstelsel om deze reden niet overeenkomt met de Awb en
daarom is voor artikel 2.1.2.1 een vergunningenstelsel ingevoerd.
-2-