Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 22259]
Dienst/afdeling: SBB
Tenslotte is het de gemeenteraad toegestaan om, in het belang van een doelmatig beheer van
huishoudelijke afvalstoffen, bij de afvalstoffenverordening te bepalen dat op bepaalde punten van de Wet
wordt afgeweken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de frequentie van inzamelen.
In de voorliggende concept-afvalstoffenverordening zijn regels opgenomen zoals genoemd in de artikelen
10.24 en 10.25 van de Wet. In het concept is, in navolging van de modelverordening van de VNG, niet
gekozen voor afwijkingen van de Wet.
Wat is er veranderd ten opzichte van de huidige afvalstoffenverordening?
Juridisch
De voorgestelde wijzingen in de verordening zijn vooral van juridische aard.
1De afvalstoffenverordening kent voortaan een ruimere grondslag, namelijk de bescherming van
het milieu. Ook regels die beogen de milieuaspecten van handelingen met afvalstoffen te
beperken zijn mogelijk. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel werd aangegeven dat
dit niet automatisch betekent dat gemeenten in het geheel geen autonome regels meer mogen
stellen. Wel zal daarvoor een bijzondere motivering vereist zijn; de wetgever gaat er namelijk
vanuit dat de behoefte aan autonome regels bij gemeenten gering zal zijn.
2. Het voorgaande impliceert ook een ander beoordelingscriterium; dat wordt voortaan "doelmatig
beheer" in plaats van "doelmatige verwijdering".
3. Alle bepalingen in de afvalstoffenverordening zijn voortaan gebaseerd op de Wet (de huidige
afvalstoffenverordening is deels gebaseerd op de Wet en deels op de Gemeentewet).
4. In de huidige afvalstoffenverordening zijn regels opgenomen die verplicht waren gesteld door de
provinciale milieuverordening. Sinds de wijziging van de Wet wordt echter uitgegaan van een
centrale sturing van het Rijk via Algemene maatregelen van Bestuur.
5. Ten aanzien van de inzameling van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke stoffen kunnen in het
belang van de bescherming van het milieu regels worden gesteld. Deze regels mogen echter
geen vergunningstelsel inhouden (iets wat op grond van de huidige verordening wel mogelijk is);
alleen de minister heeft het recht om een vergunningstelsel in het leven te roepen.
Inhoudelijk
Hoewel de wijzigingen grotendeels juridisch van aard zijn, zijn er ook inhoudelijke wijzigingen.
1. In de conceptafvalstoffenverordening is expliciet opgenomen dat men in beginsel woonachtig (en
belastingplichtig) moet zijn in de gemeente Breda om gebruik te kunnen maken van
gemeentelijke afvalhaal- en brengsystemen.
2. Het concept biedt, in afwijking van het genoemde onder punt 1daarnaast de mogelijkheid
a. voor Bredase bedrijven om bedrijfsafval aan te leveren bij de milieustations (mits ze een
overeenkomst hebben afgesloten).
b. voor ons college om regels te stellen waardoor huishoudelijk afval van (inwoners van)
andere gemeenten op de milieustations kan worden aangeleverd indien daartoe een
overeenkomst is gesloten tussen de gemeente Breda en derden.
3. De in te zamelen en aan te bieden afvalstromen zijn aangepast aan de praktijk en de behoefte
van burger en afvalinzameldienst. Zo is bijvoorbeeld in de verordening opgenomen dat ook
metalen apart worden ingezameld en wordt aan ons de bevoegdheid gegeven om ook andere
categorieën huishoudelijk afval aan te wijzen die apart kunnen worden ingezameld. Hiervan kan
gebruik gemaakt worden indien proeven of landelijke ontwikkelingen daartoe aanleiding geven
(bijvoorbeeld bij de huidige proef met de inzameling van luiers).
4. Ons college kan meer regels stellen inzake bijvoorbeeld het aanbieden van huishoudelijk afval en
het gebruik en de reiniging van de inzamelmiddelen.
In de huidige verordening wordt soms heel gedetailleerd aangegeven hoe de inzameling moet
plaatsvinden (bijvoorbeeld dat de container pas na 22.00 uur voorafgaande aan de inzameldag
mag worden buitengezet), terwijl andere zaken niet of nauwelijks worden genoemd. Ook is in de
huidige verordening bijvoorbeeld weinig opgenomen over het juiste gebruik van de
inzamelmiddelen, hoewel deze wel gemeente-eigendom zijn. Ingevolge de conceptverordening
wordt aan ons college nu de bevoegdheid gegeven om zaken als het maximale gewicht dat via
een inzamelmiddel kan worden aangeboden en de wijze waarop de inzamelmiddelen moeten
worden gereinigd, via uitvoeringsbesluiten te regelen.