Afvalstoffenverordening Breda 2004
Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden
aangeboden.
2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan
krachtens het eerste lid is bepaald.
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere
gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
§5 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.
2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen, voor zover degenen die
gebruik maken van de inzameling door de inzameldienst:
a. Voldoen aan de daarmee onstaande belastingplicht op grond van de betreffende gemeentelijke
belastingverordening.
b. een overeenkomst hebben afgesloten met de inzameldienst.
3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 22
aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.
4. Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd
met deze regels.
Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de
inzameldienst.
2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens het eerste lid
is bepaald.
§6 ZWERFAFVAL
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
1Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de
Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te
laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van
het milieu.
2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
3. Het verbod is niet van toepassing
aop het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of
bedrij fsafvalstoffen;
b. op het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;
c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg
van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op
of aan de weg.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de Wet bodembescherming of het
Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 26 Straatafval
1Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van
gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of
anderszins geplaatste of voorgeschreven afvalbakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
Artikel 27 Verbod doorzoeken van ter inzameling gereed staande afvalstoffen en voorkomen zwerfafval
1Het is verboden afvalstoffen en inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te
verspreiden.