Afvalstoffenverordening Breda 2004
Toelichting
Benadrukt moet worden dat de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een
voorlopige voorziening is en dat in een bodemprocedure anders kan worden bepaald.
Lid 2
In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat het college een omschrijving kan vaststellen voor categorieën
huishoudelijke afvalstoffen. Voor oud papier en karton, glas en textiel kunnen bijvoorbeeld de volgende
omschrijvingen worden gehanteerd:
oud papier en karton: droog en schoon oud papier en karton;
glas: eenmalige glasverpakkingen;
textiel: kleding en huishoudtextiel, zoals lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, grote lappen stof en
gordijnen.
Een bredere omschrijving is mogelijk.
Het vastleggen van een omschrijving van de verschillende categorieën huishoudelijke afvalstoffen is van belang
om te kunnen ingrijpen bij vervuiling van de fracties vanwege verkeerd aanbiedgedrag. Een te zeer vervuilde
fractie kan leiden tot kostentoerekening voor de verwijdering door de be- of verwerker aan de gemeente, en in
het uiterste geval tot weigering van de ingezamelde fractie.
In dat collegebesluit kan bijvoorbeeld een 'welles-nietes'-lijst op worden genomen, waarin is aangegeven welke
componenten de betreffende afvalcategorie omvat en welke daartoe juist niet behoren. Hierbij kan worden
aangesloten bij bijvoorbeeld de welles-nietes-lijsten in de VNG-handreiking Gescheiden inzameling
huishoudelijke afvalstoffen of het gft-boekje van het Afval Overleg Orgaan, eventueel aangepast aan lokale
eisen.
ARTIKEL 9
Lid 1
In artikel 9 worden de niveaus van inzameling aangegeven. Hiermee wordt recht gedaan aan de vervaging van
het onderscheid tussen huis-aan-huisinzameling en inzameling via brengvoorzieningen op verschillende niveaus.
Eerste lid, onder a: Inzameling bij elk perceel(haalsysteem)
Op grond van artikel 10.21, eerste lid, Wm is de gemeente verplicht tot het wekelijks inzamelen van
huishoudelijke afvalstoffen bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel. Op grond van artikel 10.21, tweede
lid, Wm wordt daarbij in ieder geval groente-, fruit- en tuinafval afzonderlijk ingezameld.
De raad kan overigens afwijken van de wekelijkse inzamelfrequentie (zie het commentaar op artikel 10 van deze
verordening).
De inzameling bij elk perceel is individueel en vindt plaats bij elke woning via een haalsysteem. De bewoners
maken gebruik van individuele inzamelmiddelen, zoals vuilniszakken of minicontainers.
Eerste lid, onder a: Inzameling bij hoogbouw
Voor het bewaren en aanbieden van huishoudelijk afval kan van gemeentewege eventueel een bewaar- of
inzamelmiddel worden verstrekt. De inzamelmiddelen worden buitengezet op de dag van inzameling. Bij
hoogbouw kunnen inpandige inzamelvoorzieningen worden getroffen, zoals stortkokers of containers. Benadrukt
moet worden dat een of meer inzamelcontainers bij één flat, moet worden gezien als inzameling bij elk perceel.
Eerste lid, onder b: Inzameling nabij elk perceel(brengsysteem)
In afwijking van artikel 10.21 Wm kan de raad op grond van artikel 10.26 eerste lid, onder b, Wm bij
verordening besluiten dat - in plaats van bij elk perceel - nabij elk perceel wordt ingezameld. Gemeenten moeten
daarbij wel voldoen aan randvoorwaarden die zijn opgenomen in de 'Regeling voorwaarden inzamelen
huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel'. Deze regeling is in november 1998 in werking getreden (zie ook
artikel 10.26, vierde lid, Wm).
Indien de raad besluit tot de inzameling nabij elk perceel, is hij verplicht om de inspraakverordening toe te
passen (zie artikel 10.26, tweede lid, Wm). Daarnaast is het college verplicht om de inspecteur op de hoogte te
stellen van het voornemen tot dit besluit (zie artikel 10.26, derde lid, Wm).
Voor de inzameling nabij elk perceel wordt gebruik gemaakt van collectieve inzamelmiddelen, brengsystemen
waar een groep huishoudens gezamenlijk gebruik van maakt. Huishoudelijk afval wordt dus niet bij elk perceel -
bij elke woning - opgehaald, maar vanaf een centraal punt bij voor meerdere huishoudens gezamenlijk. De
huishoudens beschikken over individuele bewaarmiddelen en moeten deze brengen naar de plaats waar het
collectieve inzamelmiddel staat opgesteld.
8