Afvalstoffenverordening Breda 2004
Toelichting
Inzameling nabij elk perceel: clusterplaatsen en inzamelvoorzieningen
Inzameling nabij elk perceel kan op de volgende manieren plaatsvinden, via clusterplaatsen en via
inzamelcontainers nabij elk perceel.
Een inzamelcontainer kan boven- of ondergronds zijn.
Een clusterplaats is een plaats waar de burger het inzamelmiddel op de dag van ophalen naar toe brengt.
Voorbeelden van clusterplaatsen zijn: een parkje, een pleintje, een parkeerplaats waar op de dag van inzameling
niet mag worden geparkeerd of een centrale plaats op de stoep.
Voor beide vormen van collectieve inzameling geldt dat de inzameling laagdrempelig moet zijn.
Voor de clusterplaats geldt dat dit het geval is als de afstand tussen perceel en clusterplaats niet meer is dan 75
meter, waarbij de raad in bijzondere gevallen maximaal 125 meter kan toestaan.
Voor de inzamelvoorzieningen geldt hetzelfde, echter aangevuld met een aantal extra eisen. Deze eisen zijn: de
inzamelvoorziening is voor een ieder goed bereikbaar en toegankelijk, de afvalstoffen kunnen eenvoudig worden
achtergelaten en er wordt tussen clusterplaatsen en overige inzamelwijzen nabij elk perceel (de zogenaamde
inzamelvoorzieningen gelegenheid gegeven om ten minste 12 aaneengesloten uren per week huishoudelijke
afvalstoffen aan te bieden.
Eerste lid, onder c: Inzamelvoorziening op wijkniveau
Gedacht kan worden aan zogenaamde wijkcontainers waar de burger bijvoorbeeld glas en oud papier en karton
naar toe brengt.
Lid 2
Het college kan voor iedere gebruiker van een perceel per categorie huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen via
welk(e) inzamelmiddel of-voorziening wordt ingezameld. De inzamelmiddelen kunnen van gemeentewege
worden verstrekt of geplaatst, of moeten door de burger zelf worden aangeschaft.
Bij dit uitvoeringsbesluit kan worden gedacht aan een overzicht van de gemeente, waarop is aangegeven waar
ingezameld wordt via inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel, dan wel via inzamelvoorzieningen
voor een groep gebruikers van percelen.
Wat betreft de inzamelvoorzieningen op wijkniveau (zoals glasbakken) en de brengdepots kan eventueel worden
volstaan met het aanwijzen van de categorie van huishoudelijk afval waarvoor de voorziening is bestemd (dit
kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van een pictogram op de container). Het opstellen van een dergelijk
overzicht is bewerkelijker naarmate de variatie in inzamelmiddelen en -voorzieningen tussen gebruikers groter
is.
In de artikelen 15 tot en met 18 wordt naar artikel 9, tweede lid, terugverwezen. Specifieke aanwijzing van de
groep gebruikers van percelen die hun afvalstoffen via een bepaalde inzamelvoorziening mogen (of moeten)
aanbieden, kan van belang zijn om tegen te gaan dat ook inwoners uit andere delen van de gemeente gebruik
maken van de inzamelvoorziening, met als gevolg bijvoorbeeld een (vroegtijdig) overvolle container.
Het aanwijzen van een groep gebruikers is noodzakelijk indien de afvalstoffenheffing binnen de gemeente wordt
gedifferentieerd naar het aanbod van afval.
ARTIKEL 10
Wekelijkse Inzamelfrequentie
De gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval en groente-, fruit- en tuinafval bij elk
perceel is op grond van artikel 10.21, eerste lid, respectievelijk tweede lid, WM gesteld op tenminste eenmaal
per week.Artikel 10.21 Wm, eerste lid, luidt dat de gemeente, al dan niet in samenwerking met andere
gemeenten, er voor zorg draagt dat tenminste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden
ingezameld bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel. Dit geldt niet voor grove huishoudelijke
afvalstoffen. Op grond van artikel 10.21, tweede lid, wordt daarbij in ieder geval groente-, fruit- en tuinafval
afzonderlijk ingezameld.
De wekelijkse inzamelplicht bij elk perceel geldt uitdrukkelijk niet voor grof huishoudelijk afval (zie ook artikel
10.21, eerste lid, Wm). Wel geldt voor deze categorie huishoudelijke afvalstoffen op grond van artikel 10.22,
eerste lid, onder a en b, Wm een zorgplicht.
Mogelijkheid tot Afwijking inzamelfrequentie bij verordening
Artikel 10.26, eerste lid onder b Wm biedt echter de mogelijkheid om af te wijken van de wekelijkse
inzamelfrequentie. Huishoudelijke afvalstoffen mogen - in het belang van een doelmatig beheer - worden
ingezameld met een bij de verordening aangegeven regelmaat. Indien de raad besluit tot afwijking van de
9