Afvalstoffenverordening Breda 2004
Toelichting
ARTIKEL 17
Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glasbakken, textielbakken,
en dergelijke. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen. De voorzieningen op wijkniveau kunnen ook mobiel
of niet permanent aanwezig zijn. Voorbeelden van dergelijke mobiele voorzieningen zijn de chemokar en
'afvaleilanden' die gedurende een bepaalde periode in de wijk aanwezig zijn. Het gebruik van de
wijkvoorzieningen is niet beperkt tot de gebruikers van een bepaalde groep percelen.
Volgens de model-PMV kan de gemeente in het belang van de doelmatige verwijdering van kca, glas, oud papier
en karton en textiel bepalen dat dit afval dient te worden gebracht naar een door de gemeente aangewezen plaats.
ARTIKEL 18
Brengdepot
Met de term 'brengdepots' wordt gedoeld op bemande voorzieningen op lokaal of regionaal niveau waar
meerdere afvalcomponenten heen kunnen worden gebracht.
Wettelijke plicht brengdepots in een aantal gevallen
Op grond van artikel 10.27 Wm is een gemeente in een aantal gevallen verplicht om op tenminste één daartoe ter
beschikking gestelde plaats binnen de gemeente (of binnen de gemeenten waarmee wordt samengewerkt) een
brengdepot te realiseren.
Het gaat om de gevallen waarin de raad op grond van artikel 10.26, eerste lid onder a, b en c Wm afwijkt van
artikel 10.21 Wm: inzameling nabij elk perceel, inzameling met een bij verordening aangegeven regelmaat en
uitsluiting van inzameling op een deel van het grondgebied van de gemeente.
Dit speelt niet in Breda.
ARTIKEL 19
Lid 1
Uitvoeringsbesluit
De mogelijkheid om huishoudelijke afvalstoffen te kunnen aanbieden zonder inzamelmiddel of-voorziening (bij
het perceel of op een ander inzamelniveau) is vooral van belang voor grof huishoudelijk afval of grof tuinafval.
Lid 2
Uitvoeringsbesluit
Ten aanzien van die componenten kan bepaald worden dat deze bijvoorbeeld gebundeld dienen te worden
aangeboden. Ook kan worden gedacht aan de inzameling van oud papier en karton, gebundeld of in kartonnen
dozen.
Lid 3
Uitvoeringsbesluit
Op grond van dit lid kunnen regels gesteld worden over het volume, gewicht of afmetingen.
ARTIKEL 20
Lid 1
Uitvoeringsbesluit
Bij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van het college een onderscheid worden gemaakt
naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbij gehanteerde inzamelmiddelen en -voorzieningen.
Voor de inzameling via een inzamelroute bij de percelen kan worden gedacht aan de volgende regels:
plaatsing op de weg mag niet geschieden vóór een bepaald tijdstip op de vastgestelde inzameldag of de
dag voorafgaande aan de vastgestelde inzameldag;
bij vaste inzamelmiddelen: het inzamelmiddel dient zo spoedig mogelijk na lediging, doch uiterlijk voor
een bepaald tijdstip op de vastgestelde inzameldag, van de weg te zijn verwijderd.
14