Afvalstoffenverordening Breda 2004
Toelichting
Lid 1
Morgensterren
Dit artikel heeft betrekking op wat wel de "morgenster"-problematiek wordt genoemd. Het beoogt paal en perk
te stellen aan het doorzoeken en verwijderen van ter inzameling aangeboden afvalstoffen voordat de
medewerkers van de inzameldienst ter plaatse zijn. Vaak immers heeft dit doorzoeken tot gevolg dat het afVal
over de hele straat verspreid ligt en de inzameldienst zijn werk niet meer kan verrichten. Het aldus ontstane
zwerfafval veroorzaakt een zware belasting van de gemeentelijke veegdienst.
Lid 2
Voorkomen van zwerfafval
In artikel 10.25, onder a, Wm wordt de basis gelegd voor het opnemen van het tweede lid. Zie hiervoor ook de
Memorie van Toelichting, die hierover zegt: "De onderdelen a en b hebben betrekking op zwerfafval. Onderdeel
a betreft het voorkomen of het beperken van zwerfafval. Regels hieromtrent kunnen op diverse wijze worden
gesteld." Met het tweede lid wordt beoogd om zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen te
voorkomen.
ARTIKEL 28
Nieuwe wettelijke grondslag
In artikel 10.25, onder a Wm is voortaan de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel in de
afvalstoffenverordening. Van belang is dat dit artikel voortaan niet meer is gebaseerd op de Gemeentewet.
Zie hiervoor ook de Memorie van Toelichting, die over dit artikel zegt: "De onderdelen a en b hebben betrekking
op zwerfafval. Onderdeel a betreft het voorkomen of het beperken van zwerfafval. Regels hieromtrent kunnen op
diverse wijzen worden gesteld. Zo kunnen er regels worden gesteld omtrent het direct veroorzaken van dit soort
verontreiniging. Veelal zal het daarbij gaan om een verbod, bijvoorbeeld om afval op straat of in het water te
werpen. De regels kunnen ook de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen (bijvoorbeeld een afvalbak bij een
snackbar) of het gebruik daarvan voorschrijven."
Inrichtingen waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht zijn bijvoorbeeld een winkel, hal of kraam.
Het afval dat kan vrijkomen bij dergelijke inrichtingen zijn bijvoorbeeld papier, etensresten,
verpakkingsmateriaal of ander afval.
Wet milieubeheer
Opgemerkt wordt dat een inrichting, zoals bedoeld in dit artikel, vergunningsplichtig kan zijn op grond van de
Wet milieubeheer dan wel meldingsplichtig op grond van het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
milieubeheer. De verplichting zoals opgenomen onder c kan in deze gevallen als voorschrift aan een dergelijke
vergunning worden verbonden dan wel rechtstreeks voortvloeien uit het Besluit Horeca-, sport- en recreatie
inrichtingen milieubeheer. -
ARTIKEL 29
Nieuwe wettelijke grondslag
In artikel 10.25, onder b Wm is voortaan de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel in de
afvalstoffenverordening. Van belang is dat dit artikel voortaan niet meer is gebaseerd op de Gemeentewet. Zie
hiervoor ook de Memorie van Toelichting, die over artikel 10.25 Wm zegt: "De onderdelen a en b hebben
betrekking op zwerfafvalOnderdeel b betreft het opruimen van zwerfafval."
Dit artikel is dus een uitwerking van artikel 10.25, onder b Wm in de vorm van een verplichting tot opruimen of
laten opruimen van reclame- of strooibiljetten.
Een bepaling als vervat in dit artikel, werd door de Hoge raad verenigbaar geacht met artikel 7 grondwet (oud
artikel 7, eerste lid, van de herziene Grondwet). Zie HR27 februari 1951, 472 (Eindhoven).
Promotiemateriaal
Niet alleen reclamebiljetten worden aan het publiek uitgereikt. Ook ander promotiemateriaal wordt vaak
uitgereikt. Geacht kan worden aan de zogenaamde samplings, monsters of miniverpakkingen, waarin ter
promotie een product in een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Op grond van dit artikel kan degene die
dergelijk promotiemateriaal uitreikt worden verplicht het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan
op te ruimen of te laten opruimen.
17